Onder ‘tijdschrift’ meenen wij te moeten verstaan: een op geregelde tijden verschijnende publicatie op een bepaald gebied, een gebied, dikwijls nog veel nauwer omgrensd, dan in dezen het geval was, zonder dat omtrent de volgorde en den samenhang der stukken van verschillende auteurs, die daarin worden opgenomen, een bindende rege, bestaat.
Men zou zeggen, dat de Studies in Volkskracht aan deze definitie tamelijk wel beantwoordden. De typographie van den omslag, de losse aanteekeningen, die de redacteur in den regel op de artikelen liet volgen, moesten den indruk versterken, dat wij met een tijdschrift te doen hadden. Nu vernemen wij, dat de bedoeling van den heer Simons eigenlijk is geweest een verzamelwerk uit te geven.
Ja, maar de onderdeelen van een verzamelwerk plegen door een bepaalden samenhang en een bepaalde volgorde verbonden te zijn. Van een verzamelwerk pleegt vooraf een plan te worden opgemaakt. Men verdeelt het onderwerp in onderdeelen en draagt de behandeling dier onderdeelen aan verschillende medewerkers op, zoodat de lezer een aaneengesloten geheel ontvangt. Daarvan schijnt in dezen geen sprake te zijn geweest.
Het uitvoeriger werk, dat aan deze Studies in Volkskracht moest voorafgaan, was nog niet geschreven. Men zou willen vragen: had de redacteur deze omstandigheid dan niet vooraf kunnen ontdekken?
Ook de gewichtige en omvangrijke arbeid, met de bespreking en vaststelling van een algemeen plan gemoeid, blijkt te zijn achterwege gebleven. Men heeft zee gekozen in het vertrouwen de tuigage van het schip onderweg wel in orde te zullen brengen. Men heeft willen bouwen, zonder dat de fundeering was gelegd.
Het gewichtige doel, met de uitgave beoogd, had zorgvuldiger voorbereiding verdiend.
Was het noodig, studies in volkskracht uit te geven in de Nederlandsche taal?
De heer Simons herinnert, dat in Duitschland, Engeland en Amerika uitvoerige sociologische studies, boeken en tijdschriften verschijnen; hij vergeet daarbij Frankrijk en Italië. Ware dat nu voor de sociologische wetenschap niet voldoende?
Het wil ons met hem voorkomen, dat er inderdaad in Nederland ook nog wel ruimte voor sociologische werken bestaat, indien men daarmede vooral beoogt het Nederlandsche belangstellende publiek, dat door het kiesrecht geroepen wordt, om mede te werken tot het staatsbestuur, omtrent de sociologische beschouwingswijze der samenleving in te lichten.
Zeer te recht verheugt de heer Simons zich er dus over, dat door zijn Series in ons land een eerste stoot is gegeven aan ‘de algemeener beschouwing van het menschvraagstuk en volksvraagstuk’.
Wat ook aan de uitvoering moge zijn te kort gekomen, hoezeer men de lijst der medewerkers ook gaarne breeder en tusschen de behandelde onderwerpen meer onderlingen samenhang had gezien, - de verdienste kan den heer Simons niet worden onthouden, in ruimer kring de aandacht op het groote belang der ‘volkskracht’ te hebben gevestigd.
De grondgedachte zal doorwerken, hoe men ook moge oordeelen over de aanvankelijk gedane poging, om haar te propageeren. Die hoop en dat vertrouwen deelen wij met den heer Simons.
De wetenschap der samenleving heeft tweeërlei doel: 1o. de oorzaken op