Levenswoorden.
Wij zijn als soldaten, die strijden in een vreemd land; wij kennen het plan van den veldtocht niet en behoeven dat ook niet te kennen; wij weten immers, wat wij te doen hebben. Doen wij dat als soldaten, gehoorzaam, moedig, met opgewektheid. ‘Wat uw hand vindt om te doen, doe dat met al uw kracht.’ Achter ons liggen meer dan zesduizend jaren van menschelijke inspanning en overwinning; vóór ons ligt de onbegrensde tijd met al zijn nog ongeschapen en onveroverde landen en eldorado's, die wij, ja, wij zullen veroveren en scheppen; boven ons lichten de leidende sterren der eeuwigheid.
Carlyle.
Wacht het einde af. Indien gij dat doet, zult gij zien, dat iedere strijder juist zooveel heeft verkregen, als hem rechtens toekwam; zijn recht en zijn macht zijn in 't eind één en hetzelfde. Hij heeft uit al zijn macht gestreden en heeft naar gelang van zijn recht zijn plaats ingenomen; zelfs de dood is geen overwinning op hem. Hij sterft, ja, maar zijn werk leeft, leeft in daad en waarheid.
Carlyle.
Wat is rechtvaardigheid? Dat is de vraag van de sfinx aan ons. De wet der menschelijkheid is, dat recht geschieden moet en geschieden zal. Wat is recht? vragen velen, wien alleen het naakte feit een voldoend antwoord zal geven. Zoo vroeg Pilatus half spottend: wat is waarheid? Voor den schertsenden Pilatus niet de minste waarschijnlijkheid, dat hij de waarheid zou ontdekken. Hij zou niet in staat zijn geweest haar te zien, ook niet indien een God hem haar getoond had. Duisternis, blindheid van de staar omsluierde zijn lachende oogen voor de waarheid; het binnenste netvlies van zijn oogen was verlamd en verstorven. Hij zag de waarheid en hij herkende haar niet daar, waar zij was. Wat is rechtvaardigheid? Zij is onzichtbaar behalve voor hen, die edel en rein van hart zijn. De onreinen, onedelen staren met hun oogen en zij is er niet. Zij bewijzen het logisch, in eindelooze debatten, met parlementaire welsprekendheid. Geen behaaglijk schouwspel.
Carlyle.