Levenswoorden.
Eigen schuld aan een of ander physisch of zedelijk kwaad beschouwen wij steeds als een middelschakel in de keten van oorzaak en gevolg, de schuld van anderen daarentegen als het begin der keten.
*
Wie het gedrag van een ander onzinnig vindt, ziet het gezichtspunt, waaruit die ander gehandeld heeft, slechts voor een gedeelte of neemt het verschil in karakter niet in aanmerking.
*
Wij vergeven den menschen wel eens hun gebreken, maar niet de kennis van onze gebreken.
*
Geloof niet een wijsbegeerte te kunnen leeren, wanneer uw leven niet reeds den stempel van deze wijsbegeerte draagt.
Lanzky.
Luimen zijn geen karakter, maar verraden het karakter.
Lanzky.
Koop geen onnutte zaken, omdat zij goedkoop zijn.
Jefferson.
Om te weten, hoe anderen over ons spreken, behoeven wij ons slechts te herinneren, hoe wij over hen spreken.
*
Welke lach is te vergelijken bij dien, welke het gevolg is van de ervaring, dat datgene, wat wij vroeger verrichtten in haast en overspanning, thans gedaan wordt met volkomen kalmte. En wat al opwellingen van drift hebben wij niet moeten breken en overwinnen, om het zoover te brengen! En welk een schat van opgeruimdheid hebben wij niet verzameld, door die kalmte te leeren!
Lanzky.
Er bestaat geen absolute zielsrust, evenmin als er een absolute waarheid is. De mensch leeft door de opwellingen van zijn natuur; hij kan echter louter een speelbal van die slingeringen worden of zulk een macht daarover verkrijgen, dat zij hem slechts zacht heen en weder bewegen. Een grootere rust verlangen zou gelijkstaan met niet meer te denken of te gevoelen, derhalve zijn wezen en bestaan op te heffen.
Lanzky.