Onwillekeurig kwam mij het bovenstaande voor den geest, toen ik besloten had, des heeren Riko's laatste pennevrucht aan de lezers van De Tijdspiegel voor te stellen.
De heer Riko treedt hier bij het spiritistisch publiek, waarvoor hij geen onbekende is, op als iemand, die waarschuwt tegen misbruiken en verkeerdheden en niet schroomt, om den vinger te leggen op die vele wonden, welke in den vorm van valsche mediums aan het spiritisme knagen. Wie in de ‘histoire intime’ van vele dier ontmaskerde mediums een blik wil slaan, zal Riko's boek met genoegen doorlezen, want, waarlijk, van zijne vrienden moet men het hebben, zullen de spiritisten zeggen, als zij lezen, wat hier van vele hunner geliefkoosde en eens vertroetelde mediums wordt blootgelegd.
Hoe is echter een man te begrijpen, die, na zooveel ondervinding te hebben opgedaan, - eigen ondervinding en ondervinding door de wetenschap van anderen - toch nog - en ik mag niet anders meenen dan te goeder trouw - aanspoort tot rationeel onderzoek van verschijnselen, waarvan zoo herhaalde malen gebleken is, dat zij met een boel handigheid kunnen worden in het leven geroepen. De zoo beroemde Miss Fay, die eens aan Crookes tot medium verstrekte en hem bij zijne beroemde electrische proeven met galvanometers en weerstandsrollen en verdere physische apparaten behulpzaam was, is, helaas! naar de Engelsche dagbladen melden, van haar voetstuk gevallen en als bedriegster in eene publieke seance ontmaskerd. Zoo gaat het eene medium vóór, het andere na! en - wie zal zijn kostbaren tijd nog aan dergelijke dingen verspillen? En dan spreekt men nog van ernstig onderzoek!
Lijnrecht tegenover de richting, die door den heer Riko wordt gerepresenteerd, ik zou die richting willen noemen de richting van 't zoogenaamd physisch of experimenteel onderzoek van het spiritisme, staat de richting, door Dr. S.K. Thoden van Velzen in bovengenoemd werk uiteengezet. Ik zou een klein boekdeel moeten vullen, om deze twee dikke deelen, elk van ruim 300 pagina's, met zeer interessante voorbeelden over geestes-extase, aan eene bespreking te onderwerpen. Hij, die belangstelt in deze uitingen van geestesleven, vindt hier eene bijna onuitputtelijke bron. Wie weet, of, indien hij deze boeken met aandacht eenige malen heeft herlezen, hijzelf ten slotte ook niet in den toestand zal komen, dat hij de vele voorbeelden, dáár neergeschreven, met één vermeerdert.
Het boekje van Dr. W. Nolen brengt ons op het terrein van de practijk. Hypnotisme is in de laatste jaren ten gevolge van de proefnemingen van Prof. Charcot op krankzinnigen en hysterische vrouwen van het hospitaal van de Salpétrière min of meer in zwang gekomen. Na hem en met hem zijn tal van geneeskundigen begonnen, hypnotische of dierlijk-magnetische of somnambulistische proeven te doen op hysterische vrouwen, dat is op vrouwen, wier zenuwstelsel aan grootere of kleinere storingen onderhevig is. In eene in vroegere jaren (1879)