Wij dwalen allen, maar ieder dwaalt anders.
Haller.
De volbrachte daad ziet er heel anders uit, dan zij scheen; de wraak kwam ons voor als iets moedigs en stouts, maar eenmaal bedreven, staart zij ons aan met bleeke wangen.
Schiller.
Elke schuld wordt op aarde gewroken.
Göthe.
De eerste groote leermeester van het kind is het voorbeeld.
Smiles.
Gelijk het was den indruk van den zegelring opneemt, zoo wordt het leven der menschen door voorbeelden gevormd.
Frederik de Groote.
Het voorbeeld is de school der menschen; in een andere school leeren zij niets; het voorbeeld is alles.
Burke.
De mensch is zulk een tegenstrijdig wezen, dat het onmogelijk is, van zijn meeningen tot zijn daden of van het eene deel van zijn geloof tot het andere te besluiten.
Macaulay.
Niemand is meer slaaf dan hij, die zich voor vrij houdt, zonder het te zijn.
Göthe.
De mensch is het eenige schepsel, dat moet worden opgevoed; hij kan alleen door opvoeding mensch worden; hij is niets als wat de opvoeding van hem maakt.
Kant.
Het kind krijgt indrukken voor zijn gansche leven, nog vóórdat wij meenen, dat iets indruk op het kind maakt.
Raumer.
Wij moeten ons het beeld van een edel mensch inprenten, het steeds voor oogen houden en leven, alsof hij ons steeds gadeslaat.
Seneca.
Geen leeringen ter wereld, al werden zij ook gepredikt met vurige tongen, kunnen in de verte vergeleken worden met den invloed van daden.
Jakobi.