Nieuwe uitgaven en vertalingen.
Bibliographische Mededeelingen van Christiaan Sepp, Theol. Dr. en rustend Predikant. Leiden, E.J. Brill.
Een paar woorden tot aankondiging van dit werk van den onvermoeiden onderzoeker van oude geschriften, die van belang zijn voor de kerkgeschiedenis in haar ruimsten omvang. Dr. Sepp heeft door langdurige oefening een verwonderlijken tact verkregen, om oude boeken en hunne geschiedenis op te sporen. En zijne kennis dienaangaande is merkwaardig. Het spreekt vanzelf, dat hij vaak belangstelt in geschriften en personen, die alleen voor den bibliograaf belangrijk zijn. Toch blijkt het uit deze Mededeelingen, dat wat wij leeken als van geene waarde zouden terzij leggen, nog wel van groot belang kan zijn tot betere kennis van tijdperken of van personen, die ons allen in meerdere of mindere mate belang inboezemen. Zoo leert ons het eerste hoofdstuk, handelend over Stella Clericorum, een stichtelijk geschrift uit de 15de eeuw, hoe onbillijk het is, om de laatste eeuwen voor de Kerkhervorming uitsluitend met de donkerste kleuren te teekenen; hoe ook in dien tijd van verbastering der Kerk er nog velen waren, die behoefte hadden aan stichtelijke lectuur, en hoe in die behoefte werd voorzien. Eene Geloofsbelijdenis uit de 16de eeuw wijst op de Corte belijdinghe, een belijdenisgeschrift van het jaar 1566, door den heer Sepp geheel afgedrukt, dat ons een blik doet werpen in den kring van die Hervormden, welke ‘naar den eisch van den broeder van Marnix, Toulouse, zich aan geen belijdenis willen hechten dan aan de leer van het Evangelie’. Daarnaast bewijst ons het hoofdstuk, getiteld: Voor de Letterkundige Geschiedenis van Calvijns Institutio, hoe hoog de eerbied hier te lande was voor dit werk van den hervormer van Genève en welk een machtigen invloed het heeft geoefend. Hetgeen mij het meest interesseerde, was hetgeen Dr. Sepp schreef onder den titel: De Bibliotheek eener Koningin. Die Koningin is Maria, weduwe
van Koning Ludwig van Hongarije, zuster van Karel V, de uit onze geschiedenis bekende regentes der Nederlanden. De catalogus harer bibliotheek is uitgegeven. Naar aanleiding nu van hetgeen die catalogus behelst, maar vooral van hetgeen daarin niet gevonden wordt en toch in het bezit van Maria moet geweest zijn, schetst Dr. Sepp ons de Koningin, voor zoover zij in aanraking komt met de godsdienstige beweging van haar tijd, hare omgeving, hare betrekking tot Erasmus en Luther. En hij heeft de bewijsstukken bij de hand. Het geheele hoofdstuk is als doorregen met authentieke stukken, brieven en andere - ook met aanhalingen uit een van Erasmus' stichtelijkste boeken over de Christelijke Weduwe. Eindelijk vermeld ik nog het stuk, getiteld: Het Nieuw-Grieksche Testament van 1638, dat ons leert, hoe groote zorg onze Staten-Generaal en hunne gezanten droegen voor de verbreiding der Christelijke - ook der Gereformeerde waarheid.
Den schrijver komt de dank toe van alle beoefenaars der kerkhistorie, maar ook van mij en anderen, wien hij zooveel wetenswaardigs leerde.
B.