Hand- en Standaardboek voor den hoenderliefhebber door R.T. Maitland, oud-directeur van den dierentuin van het Kon. Zoöl, Bot. Genootschap te 's Gravenhage. - Amsterdam. Tj. van Holkema.
De hoenderfokkerij schijnt hier te lande te herleven, en daar de zeer nuttige en nauwkeurige handboeken, die in vreemde talen bestaan, voor velen onbereikbaar zijn, was het een goed denkbeeld van den heer Maitland, wiens ‘synoptisch overzicht’ aan de meeste liefhebbers bekend is, om op het voetspoor van die buitenlandsche voorgangers een handboek voor den Nederlandschen hoenderfokker te bewerken. Men make hieruit niet op, dat de schrijver alleen vertalender- en compileerenderwijze is te werk gegaan. Elk handboek, wil het volledig zijn, moet noodwendig veel bevatten, dat door andere schrijvers reeds is te boek gesteld; dit is natuurlijk ook bij dit werk het geval; maar de ondervinding, door den heer Maitland in den Haagschen Dierentuin, vooral op het punt van hoenderteelt zoo te recht beroemd, opgedaan, stelde hem in staat, wezenlijk oorspronkelijk werk te leveren en een handboek samen te stellen, waarover de Nederlandsche raadpleger niet behoeft te zuchten, omdat het blijkbaar geheel andere dan onze toestanden van klimaat, belangen en behoeften op het oog heeft. Althans de eerste drie afleveringen, die in het licht verschenen zijn en waarvan de eerste twee betrekking hebben op de hoenderteelt in het algemeen, keuze van rassen, inrichting van hokken, voeding, verpleging van het gevogelte in gezonden en zieken staat, voldoen aan de eischen, die men den schrijver stellen mag. In de derde begint de, alphabetisch ingerichte, uitvoerige beschrijving der verschillende hoenderrassen, welke door de in het werk gevoegde gekleurde platen, die ze afbeelden, volstrekt niet overtollig is gemaakt. Op de teekening van deze afbeeldingen maken wij, voor zoover het kunstwerk zelf betreft, geen aanmerking; maar wat erg is, de kenmerken van de rassen zelf zijn er niet altijd juist op aangegeven: wie zou bij voorbeeld in de dieren, op plaat IV afgebeeld, brahma-poetra's zien, wanneer het er niet onder stond? De heer Maitland maakt in zijn voorbericht zelf opmerkzaam op
deze tekortkoming van den kunstenaar, om haar uit diens gemis van bijzondere studie der natuurlijke geschiedenis te verklaren. Was het niet beter geweest, dan de platen maar achterwege te laten en alles te laten aankomen op de beschrijving in den tekst, afkomstig van iemand, die wel degelijk op de hoogte is van zijn onderwerp? Ook had de teekenaar eenvoudig de voortreffelijke afbeeldsels van Wright's Book of poultry kunnen nateekenen.