De Tijdspiegel. Jaargang 39(1882)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Het eerstgeboorterecht. (Victor de Laprade.) Hoe groot en sterk, mijn zoon, zijt gij! Uw jonglingstijd is aangebroken; Thans worde als laatste les door mij Uw eerstgeboorterecht besproken. Dat gij 't in al zijn omvang kent, Daar hoeft geen boek voor volgeschreven. Dat recht staat in uw hart geprent, Uw hart! Die wet bestiere uw leven! En, dat ze u duidelijker zij, Laat mij, uw vader, 't u verklaren; 'k Denk, 't zal wel gaan, als we op de rij Dier beelden onzer vaad'ren staren. Zóó braaf als eens mijn Vader deê; Een oudste telg van ons geslachte, Die is er fier op en tevreê, Zoo hem de zwaarste take wachte. Voor hèm het werk; voor hèm 't gevaar, Voor hèm: 't weerspannig lot bestrijden; Zijn trots: der groote zuster, maar Klein broertjen óók zijn zorg te wijden. Zijn spaarpot is de schatkist, die Door wie hij mint, wordt aangesproken; Waar elk zijn deel in meerd'ren zie Met àl, waarvan hij blijft verstoken. En van zijn pogen als het loon Ziet hij naar vaderlijke zeden, Zijn zusters allen wijs en schoon, De jongens knap en kloek van leden. Hij zorgt in ieder jaargetij, Als er een feestdag is te vieren, Voor overvloed van poëzij En bloemen, om het huis te sieren. [pagina 216] [p. 216] In 't kort, hij weert zich dag en nacht; Laat hen genieten! Zou 't hèm hinderen? Is 't Vaders plicht niet, die hem wacht? Hij grijst bij 't groeien van de kinderen. Één ure zelfs verlaat hij niet Den post, dien God hem toevertrouwde, Waar hij den vijand weerstand biedt En, als het moest, ook sterven zoude. Een kudde, die geen herder heeft, Ontvloôn, helaas! misschien gestorven, Behoudt den hond, die voor haar sneeft, Als schaap en lam verlaten zworven. Zóó, als voor mij Gods ure slaat, Weet gij, wat u te beurt zal vallen Van 't schamel erf, dat ik u laat En dat ge deelt met geen van allen. Den kleinen wacht voorzeker heil; Maar gij, in wien ik mocht herleven, Heb rust, strijd, lijden voor hen veil... Dát recht is d'oudsten zoon gegeven. c.l. lütkebühl jr. Vorige Volgende