Nieuwe uitgaven en vertalingen.
Mr. H.E. Moltzer. Studien en schetsen van Nederlandsche Letterkunde. Eerste Bundel, derde en vierde afleveringen, Brederoo's Liedtboek, Starter's Tooneelspelen. Haarlem, Erven F. Bohn.
Sedert wij deze uitgave het eerst vermeldden (De Tijdspiegel, Juli 1880), heeft de Groninger Hoogleeraar twee nieuwe afleveringen het licht doen zien. In de eerste behandelt hij het Groot Liedtboek van Brederoo; hij vestigt de aandacht op de stichtelijke poëzie, die de eerste afdeeling, het Aendachtigh Liedtboek, vult, en op de erotische verzen uit de tweede, de Groote Bron der Minnen, minder algemeen bekende dichtwerken van den man, dien men bijna uitsluitend als blijspeldichter waardeert. De heer Moltzer wijst ons op de verdiensten en zwakke punten in deze gedichten; dit aesthetisch deel van zijne studie zal belangrijker schijnen dan het onderzoek, wie de persoon wel geweest mag zijn, wie de poëet onder zekere initialen zijne minnedichten toezong. Zonder het betrekkelijk nut van een biographisch onderzoek naar den persoon eens schrijvers voor de juiste beoordeeling zijner werken geheel te willen ontkennen, hebben wij ten minste de noodzakelijkheid nooit kunnen inzien van het rondsnuffelen naar allerlei kleine, ondergeschikte bijzonderheden van 's mans leven, waaromtrent geene bewijzen voorhanden zijn, alles op gissing berust en elke stelling evengoed waar als onwaar kan wezen. Eilieve, wat nut het, om te weten, wie de ‘eerbaare en welspreeckende M.P.D.’ is, aan wie de dichter zijne Griane opgedragen heeft? en hoe kan men twisten over de door Mr. Moltzer geopperde gissing, dat M.P.D. moet gelezen worden: M.R.D., welke letters op Maria Roemers Dochter zouden kunnen passen? Gelukkig verwijlt de heer Moltzer bij deze vragen en conjecturen niet te lang, zoodat het beste deel van zijne studie, het zuiver letterkundige of aesthetische, zoo men wil, het meest op den voorgrond treedt.
De vierde aflevering bevat, naar des Schrijvers eigen getuigenis, eene beredeneerde inhoudsopgave, met aanwijzing der bronnen van Starter's weinig bekende tooneelstukken, Timbre de Cardonne en Daraide. De bescheidenheid van dit getuigenis brenge echter niemand op den dwaalweg van de studie ongelezen te laten. Het is geene dorre of kleurlooze inhoudsopgave alleen, maar een zorgvuldig bewerkt en vloeiend geschreven stuk, gelijk men dat van den heer Moltzer verwachten zou.