De Tijdspiegel. Jaargang 38(1881)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 529] [p. 529] Voor de Transvaal. Wij fiere burgers van Transvaal, Zijn vrije mannen, altemaal; Het strijden is ons daaglijksch werk; Het maakt ons vaardig, moedig, sterk, Den koning van het dierenrijk, In menig opzicht, zeer gelijk, Die zich verweert met klauw en tand, Wanneer zijn erf wordt aangerand. De steenbok, de giraf en struis Ontvluchten voor het krijgsgedruisch, Verspreiden in de wildernis Beweging en ontsteltenis. Oranje-Vrijstaat en Natal, Staat nu, als trouwe makkers, pal; Gij strijders, in den strijd verweerd, Gezamenlijk den Brit gekeerd! De storm steekt op; de lucht betrekt; De Tafelberg is reeds gedekt, Het woeste bacchanaal begint, Waarbij de moedigste verwint. Wij zweren trouw aan Afrika; De krijgsleus blijft Constantia; Zoo koppig, als die Kaapsche wijn, Kan slechts een volk van boeren zijn! Als een geboren ruitervolk, Verschijnen wij, gelijk een wolk, Of vliegen, als een damp, uiteen En jagen met den stormwind heen. Met ons geloof als krijgsbanier, Met God voor oogen als vizier, Den Statenbijbel als patroon, Wacht in den hemel ons het loon. Gewapend met de trouwe buks, Bestijgen wij de bergen fluks, Verschuilen ons in kloof en spleet En houden ons ten strijd gereed; [pagina 530] [p. 530] De kogel mist zijn doelwit niet; Zoodra het jachtwild is bespied, Wanneer het schot wordt losgebrand, Bijt ook een roodrok in het zand. Het woest en onherbergzaam oord, Gevloekt tooneel van twist en moord, Werd omgetooverd in een hof, Welks aanblik den bezoeker trof; Veroverd, met ons zweet en bloed, Op zwart gespuis en wild gebroed, Door heldenmoed en noeste vlijt Tot wettig eigendom gewijd. Wij buigen voor geen overmacht, Want onverzwakt blijft onze kracht; Wij volgen dan het oude spoor En trekken altijd verder door En altijd dieper landwaarts in: Het oude lied, een nieuw begin; - Wij stichten ons gemeenebest, Te midden van het leeuwennest. Wij zijn gedoemd, in de woestijn Een zwervend herdersvolk te zijn, Dat overal zijn tenten spant En optrekt naar het heilig land. De republiek hersteld en vrij, Geen vreemde dwang of heerschappij, Een onafhanklijk volksbestaan, Of de Transvaal moet ondergaan! J.E. Banck. Vorige Volgende