De Tijdspiegel. Jaargang 37
(1880)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Auteursrechtvrij
[pagina 470]
| |
Eene consultatie.
De Vader.
'k Moet, dokter! u noodwendig spreken:
De zaak betreft mijn Leonard.
Reeds sedert vele, vele weken
Is hij zoo wonder, zoo verward.
Zoo vroolijk als in vroeger dagen,
- Zoo somber is hij nu. Bij vlagen
Is 't, of de wereld op hem ligt.
Dan kan hij mijm'ren, suffen, zeuren.
Bij wat een ieder op kan beuren,
Blijft even duister zijn gezicht.
De Dokter.
't Gevolg van al dat zittend leven,
De pest voor 't allersterkst gestel.
'k Zal hem eens goed wat rhamnusGa naar voetnoot(*) geven,
En dat verdrijft die grillen wel.
't Is de student, niet waar? - Die knapen
Zijn eer voor postiljons geschapen,
Dan voor geleerdenGa naar voetnoot(†), in wier hoofd
De wijsheid zetelt, maar wier krachten
Al spoedig naar verbeetring smachten,
Door stilstand schier geheel verdoofd.
De Vader.
Neen, dokter! zoo is 't niet gelegen.
't Zit niet in maag of ingewand.
Van 't eten heeft hij 't niet gekregen.
't Zit in zijn hoofd - in zijn verstand.
Hij moest in ééne week meer lessen
Verorbren, dan wij met ons zessen,
In vroeger tijd, in heel een maand.
De poespas, dien hij zóó vergaarde,
In steê, dat die verlichting baarde,
Is 't licht, dat hij bezat, getaand.
| |
[pagina 471]
| |
Te veel, te veel wordt in deez' dagen
Van 't zwak en jeugdig hoofd gevraagd:
En wie dien last niet meer kan dragen,
Wordt toch maar immer voortgejaagd.
Zoo, door veel drijvens, stampens, persens,
Wordt in die teere, zachte hersens
Zooveel geleerdheid saamgepakt,
Dat, door die zinlooze overpropping,
De breinkas, lijdende aan verstopping,
Naar uitkomst en veraadming snakt.
De Dokter.
Ik deel volkomen uw gevoelen!
'k Ontken 't niet - kennis, ja, is macht.
Toch werkt men er, bij 't best bedoelen,
Vaak mee als met een dommekracht.
En dan die ratjetoe-methode,
Zoo algemeen thans in de mode,
Dat alles-hutslen-door-elkaar -
Dat onverdroten voeden, plagen
Met kost, zoo moeilijk te verdragen,
't Brengt Neerland's toekomst in gevaar.
Hij moet voorshands niet meer studeeren,
Wie zijner leeraars 't van hem verg':
Of hij wordt, door 't onzinnig leeren,
Als velen, rijp voor Meerenberg.
Ik zocht zijn kwaal in lager streken.
Mijn dwaling is mij nu gebleken.
Zijn uitzicht bracht mij van het spoor.
Ik raad hem rust aan en... de baden.
Hij heeft zijn hersens overladen,
En daar helpt geen purgatie voor.
j. chr. gewin.
20 Sept. '80. |
|