De Tijdspiegel. Jaargang 37(1880)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 412] [p. 412] Afscheidsgroet. (Aan eene onderwijzeres bij haar vertrek naar Indië.) Gij hebt een stem vernomen, Die langs den oceaan Van verre was gekomen, En hebt haar niet weerstaan; Ontwijk het gure Noorden - Zoo klonk het, teer en zacht - Waar u, in schooner oorden, Een blijde toekomst wacht. Uw vrienden en getrouwen, In engen kring geschaard, Wilt gij nog eens aanschouwen, Eer gij den tocht aanvaardt; Wat ons het hart vervulde, Te zeggen in een lied, Een woord van dank en hulde, Mishaagt u zeker niet. Het stoomschip klieft de baren, Gelijk een jonge held, Die, aan het hoofd der scharen, Den vijand tegensnelt, Den standaard heft ten hoogen, Geen vrees of zwakheid kent, Maar, in de ziel bewogen, Recht op zijn doelwit rent! Als golven u omringen, Ontwelt aan uw gemoed Een stroom herinneringen, Als een bewogen vloed; Er doen zich stemmen hooren, Die in het scheepsgedruisch Of in de waatren smoren, En fluistren van tehuis. Gesternten ziet gij dalen, Die langzaam ondergaan, Maar nieuwe lichten stralen; [pagina 413] [p. 413] Het Zuiderkruis voortaan Zal, als een trouwe wachter, Steeds aan den hemel staan... Een wereld laat gij achter; Een nieuwe breekt zich baan! Het zonlicht, dat de luchten Met levensgloed vervult, De vogels, bloemen, vruchten In tooververven hult; De wondren van het Oosten, Die gij verrijzen ziet: Vervullen en vertroosten Voor wat gij achterliet. De slanke palmen stijgen In stroomen golvend groen, Wier pluimen neigen, zijgen, Als springfonteinen doen; De vlammen der vulkanen, Als toortsen in den nacht, Verkondigen, vermanen: De wereldgeest houdt wacht. De kennis en talenten, Door u ten toon gespreid - Onmisbare elementen Voor hooger werkzaamheid - Zij roepen op den akker, Uw zorgen toegedacht, Het sluimrend leven wakker; Uw kennis is uw macht. De voorspoed volg' uw wegen, Bestrooi uw effen pad Als met een bloemenregen; Aan ons verdient gij dat; Wij blijven u verbeiden En roepen u mitsdien, Als heilgroet bij het scheiden: Vaarwel, tot wederzien! j.e. banck. 9 Febr. 1880. Vorige Volgende