Dirk Anthonie Thieme.
De Tijdspiegel verloor zijn wakkeren uitgever, d.a. thieme.
Zij, die hem kenden, weten wat er met hem verloren wordt.
Zes en dertig jaren bestond dit tijdschrift en ruim 25 jaren wijdde hij daaraan zijn voortdurende zorg, in overleg met zijn vriend ds. J.P. de Keyser, en later met zijn associé, zijn vriend J. Stemberg. Wie had, nog slechts anderhalf jaar geleden, gedacht, dat Thieme zijn boezemvriend De Keyser zoo spoedig zou volgen!
Samen hebben zij in deze, zooals in vele andere ondernemingen, overdacht alles wat strekken kon, om dit tijdschrift in- en uitwendig te verbeteren en een eerste plaats te doen innemen.
Thieme had met De Keyser gemeen, dat hij bij al zijn plannen steeds het oog had op de wezenlijke ontwikkeling en beschaving van het volk.
Beiden muntten uit door reusachtige werkkracht; indien men de uren tellen kon, welke deze beide mannen in noesten arbeid hebben doorgebracht, die som zou groot zijn.
En zij werkten gaarne, omdat zij den arbeid liefhadden, den arbeid beschouwden als den plicht van den man.
Nu rusten zij dicht bij elkander, op Arnhem's begraafplaats, bij de stad, waar zij het beste deel van hun leven doorbrachten.
In onze gedachte staat Thieme nog voor ons met die forsche gestalte, dat heldere, fonkelende oog; voorkomend was hij voor ieder; met raad en daad stond hij bij, al wie tot hem kwam.
Hij had een afkeer van holle theorieën; hij richtte het oog op de wezenlijke behoeften, en wilde verbetering langs practischen weg; wie bewonderde niet dikwijls zijn practischen blik, zijn helder doorzicht?
Ach, waarom moeten wij juist dezulken zoo vroeg missen? Waarom gaan zij heen in de kracht van hun leven?
Het is niet anders. Wij moeten ons troosten. En doen wij 't in zijn geest: laten wij voortgaan te arbeiden met onbezweken kracht, ontwikkeling en beschaving bevorderend, waar wij kunnen, waar wij moeten.
De Tijdspiegel blijve, wat De Keyser en Thieme wilden, dat hij zijn zou.
Mogen wij een wensch uiten op hun graf - het is deze, dat de jeugdige kracht, die hem in de laatste jaren met zooveel talent ter zijde stond - dat de zoon van Thieme's trouwen vriend en deelgenoot, dat H. Stemberg steeds met denzelfden moed bezield moge zijn, om zulk een flink en edel spoor te volgen met hetzelfde geluk.