Hartstocht, liefde, vriendschap; deze drie.
De linde. Novelle van Henriette Voorhoeve. Haarlem, de erven F. Bohn.
‘De linde’ is de naam eener buitenplaats. Men zou dit niet licht vermoeden, evenmin als wanneer op den titel stond: De beuk of De eik. Ieder zou dan meenen, dat hier sprake was van een of anderen reus des wouds, in geschiedkundig of ander opzicht vermaard, zooals b.v. die Luther-buche of le chêne de Henri IV, enz. Waarom niet liever Lindenhoeve of Lindenhof of Lindenlust? (de keus is ruim genoeg) dan ware alle dubbelzinnigheid of misverstand vermeden. Dit echter daargelaten, kunnen wij de keus van den titel niet anders dan goedkeuren. De buitenplaats ‘de linde’ is als het ware het middelpunt der geheele handeling, waar alle draden samenloopen, en waar ook de heldin der geschiedenis, evenals de lezer, het liefst vertoeft.
‘Verwar nooit, mijn kind’, zegt een van de hoofdpersonen (bl. 141) ‘verwar nooit drie genegenheden, zoo verschillend en toch uit elkander voortspruitende: hartstocht, liefde en vriendschap. De eerste valt weg, waar de tweede heerscht. En wordt de liefde, gevoed door zuivere, edele beginselen, vrij van ijdelheid en zelfzucht, dan is zij vriendschap: een woord zoo licht geteld door velen; zij is de reinste der drie, het is de liefde in den edelsten, heiligsten zin. Liefde is zelfzuchtig, vriendschap nooit. Liefde wil wederliefde, vriendschap daarentegen is dienende liefde.’ Om de waarheid dezer woorden in het licht te stellen, schijnt dit verhaal geschreven te zijn. Tot tweemalen toe wordt daar hartstocht aan liefde, of liever aan plichtbesef en vriendschap, ten offer gebracht, en zij, die dit heldenstuk volbrachten, welverre van het ooit te betreuren of er berouw over te gevoelen, smaken er het hoogste en reinste geluk door, ofschoon wij niet kunnen nalaten te denken, dat zij, met hun edel gemoed, ook bij tegenovergestelde handelwijze wel het geluk zouden gevonden hebben.
Hoe het zij, het verhaal is lief en laat zich met genoegen lezen. De