Letterkunde.
Een boek dat smaakt naar meer.
Van hemel en aarde door Jochem van Ondere, schrijver van ‘mijn bezoek aan Bismarck’, Deventer, W. Hulscher G. Jz., 1877.
De Heer Jochem van Ondere, pijpenfabrikant en ouderling te Gouda, wel bekend door zijn ‘Bezoek aan Bismarck’, en aangemoedigd door het groot succes dezer pikante brochure, geeft thans onder den zonderlingen titel: ‘Van hemel en aarde’ eenige schetsen ten beste, die.....
‘Maar zeg mij toch in 's hemels naam wie is die Jochem van Ondere, want...’
Mijnheer of Mevrouw, of Jongeheer of Jongejuffrouw, die mij zoo onbeleefd in de rede valt, sta mij toe u te zeggen, dat als gij bij het lezen van het ‘Bezoek aan Bismarck’ niet dadelijk begrepen hebt, wie de schrijver was, gij al zeer weinig bekend moet zijn met de Hollandsche literatuur der laatste jaren. In heel Nederland is slechts één man die zoo schrijven kan, één man, die dan ook met recht door den Heer Bientjes in De Banier Febr. 1878 Neerland's satyricus bij uitnemendheid genoemd wordt, en die man is de schrijver van Keesje Putbus, in één woord: die man is Jan Holland!
‘Nu ja, maar wederom op mijn beurt vraag ik, wie is Jan Holland? Want zóó heet niemand, kan niemand heeten. Het doet mij denken aan Vader Kroostlief, aan Jacob Eerlijk of aan al die Jan's, die ook buiten de koffiehuizen gevonden worden, de Jan Rap's, de Jan Hagel's, de Jan Salie's, de Jan Oly's enz. enz. enz.’
Och, of het niet reeds zoo bekend ware, en ik de eerste mocht zijn om dit groot geheim te openbaren! Maar men sla slechts De Keyser's voortreffelijke ‘Neerland's letterkunde in de 19de eeuw’, proza bladz. 868 op, of het bovengenoemde no. van De Banier; de naam van den grooten schrijver wordt daar zoo onbewimpeld genoemd, dat men niet meer veronderstellen mag, dat hij iemand verborgen zij.
De Heer A.J. Vitringa dus - ja, laat ons nu ook maar onverholen