men met de etiquette: nieuwe bloemlezing. Zoo gaat het met het fabriekwerk, dat dagelijks aan de markt gebracht wordt.
Een zware taak zoo'n bloemlezing voor een man van geweten. Jarenlange studie, als vrucht daarvan rijke kennis; een stalen geheugen bij een taai geduld; geoefende smaak en veel zelfbeheersching; paedagogische tact - behooren tot de eerste vereischten van den auteur eener goede bloemlezing.
Onder die goede kennen we gaarne een plaats toe aan het bovengenoemde Lesebuch van den Hr. Velderman. Het geeft proeven uit geheel de geschiedenis der rijke Duitsche letterkunde, nu eens wijzend op de heroën, wier naam geheel een richting, geheel een tijdvak vaak aanduidt; dan dichtsoorten karakteriseerend, zooals Volkslieder, Das Kirchenlied, of groepen schetsend, als Der Sächsische Kreis, Der Preussische Kreis, Der Hainbund enz. De keus der stukken bewijst eigen studie der literatuur; ze is in overeenstemming met het doel om inzonderheid het aankomend geslacht met dien rijken schat bekend te maken; ze doet de onderscheiden richtingen uitkomen, waarin de groote geesten zich bewogen hebben. Het boekdeel bevat in 384 bladzijden recht veel goeds en schoons. Van elken auteur wordt geboorte- en sterfjaar vermeld, met een enkel woord (kiesche taak!) zijn richting aangewezen.
Niets gemakkelijker, dan de beoordeeling van zoo'n bloemlezing; toegerust met 1/16 kennis en 15/16 aanmatiging, kan men de beste bloemlezing vermorzelen, en haar auteur erbij.
Wij wenschen ons maar een paar vragen te veroorloven, waarop de verzamelaar bij een herdruk (dán verdubbelde zorg gewijd aan een Hoogduitsch boek, dat op een Nederlandsche drukkerij wordt uitgevoerd!) stilzwijgend antwoord kan geven. Was er geen plaatsje te vinden voor een brokstuk van 't door Scheffel vertaalde Waltharilied van Eckehard uit de 10de eeuw? voor het loflied op het Duitsche Vaderland van Walther von der Vogelweide: Deutsche Zucht geht über alle? voor de volksliederen: Wenn ich ein Vöglein wär' en So viel Stern' am Himmel stehen? Moest Simon Dach, de dichter van 't bekende Aenchen von Tharau niet nevens Fleming vermeld zijn; waarom van Gellert niet één geestelijk lied, ware 't alleen Die Himmel rühmen des Ewigen Ehre; waarom Schubart's Ewige Jude voorbijgegaan; waarom Uhland's balladen Des Sängers Fluch, Das Schloss am Meere, Der Blinde König, waarom niet een paar Sonnetten van Platen; waarom van Gutzkow gezwegen! en van Kinkel, Wolfgang Müller v. Königswinter, Scheffel, Grosse (Gundel vom Königssee, Das Mädchen von Capri), Heyse?.... Maar onwillekeurig vervallen wij tot de goedkoope manier van recenseeren eener bloemlezing, die wij zooeven laakten. In vollen ernst meenen we den verzamelaar den raad verschuldigd te zijn om bij een herdruk een meer compresse uitvoering te kiezen: hij zal er ruimte door winnen, die hij bij zoo rijke stof best gebruiken kan en zoo goed te gebruiken weet.
Ook in dezen vorm vinde het Lesebuch den weg naar menige Schule en menig Haus!