komen rijpheid is gekomen. - Reeds de expositie in het eerste hoofdstuk, waarin de voornaamste dramatis personae, buiten den hertog van Bourgondië, die dadelijk in het volgende hoofdstuk optreedt, op eene zeer ongezochte manier aan den lezer worden voorgesteld, welke hem onmiddellijk in medias res verplaatst, getuigt van eene vaste hand en van kunstenaarsoverleg. Daarvan getuigt niet minder de omstandigheid, dat de belangstelling van den lezer nergens ook maar één oogenblik kwijnt, dat de auteur nergens het doel, dat hij bereiken wil, uit het oog verliest, dat integendeel ieder hoofdstuk een nieuw tableau de genre voor de verbeelding toovert, dat er op berekend is, om het effect van het geheel te verhoogen. Nergens onnoodige uitweidingen - ieder schot treft.
Een tweede lichtzijde van het talent van Conscience, die zich in dit verhaal vertoont, is de natuurlijke, ongezochte, in onafscheidelijk verband met den loop der geschiedenis gebrachte dialoog.
Het gesprek van den Hertog met Thomas Evertand, de gesprekken van Walter van der Hameide met zijne moeder en zuster, met Adolf van Eerneghem en later met den Hertog, die van Begga en Evertand met de moeder en zuster van Walter - in één woord, alle in dit werkje voorkomende discoursen zoude men, met een rechtsterm, ter zake dienende en afdoende kunnen noemen. - Gebrek aan plaatsruimte belet mij, een of ander gesprek als proeve mede te deelen. Daarbij staan die gesprekken - en dit beschouw ik als een' groote deugd - in een al te onafscheidelijk verband met het feitelijke, met het weefsel van het verhaal, dan dat hun mededeeling, zonder wijdloopige explicatiën, begrepen zoude kunnen worden. - Zooveel is zeker - de lezing van die eenvoudige en natuurlijke dialogen is een ware verkwikking na de lectuur van een der laatste romans van Werner of Marlitt. Ik wil volstrekt de verdiensten dier schrijfsters niet verkleinen - maar is het u bij het lezen van hare werken niet wel eens, alsof hare helden en heldinnen elkander in bitse, scherpe en bittere uitvallen zoeken te overtreffen, alsof zij steeds in een onnatuurlijk-koortsachtigen, zenuwachtig-gejaagden toestand verkeeren?
Men heeft bij het lezen dier werken nu en dan de gewaarwording, die ons overmeestert, wanneer wij ons in de nabijheid bevinden van eene stoommachine van zeer hooge drukking, van welker krachten het uiterste gevergd wordt, zoodat men elk oogenblik een' uitbarsting te gemoet ziet.
Bij Conscience daarentegen ademt men rustig en vrij en bevindt men zich op zijn gemak, omdat al zijne personen op natuurlijke, ongezochte wijze handelen en spreken, en, hoe hartstochtelijk soms, nooit tot paroxismen van overspanning en drift vervallen.
Even natuurlijk en ongezocht als de geschetste toestanden en personen zijn, is ook de intrigue, de knoop en de ontwikkeling van het verhaal, dat toch, in al zijn eenvoud, de aandacht en belangstelling van den lezer tot het laatste oogenblik gaande houdt.