De Tijdspiegel. Jaargang 34

[p. 143]

Over 't snoeien.

Practische Handleiding ter bevordering der beredeneerde snoeiwijze tot het kweeken van gezonde en vruchtbare Ooftboomen, door C.A.G. Beins. Met vier uitslaande platen. Leiden, E.J. Brill, 1876.

't Is wel een eenvoudig boekje, waarvan wij hier boven den titel afschreven. Het is in de wereld gekomen zonder veel beweging, zoo stil zelfs, dat zeer velen, en onder dezen gewis ook enkelen die het zeer goed zouden kunnen gebruiken, licht niet eens weten dat het bestaat.

De auteur is een ‘werkman’, zonder pretensie, en de uitgevers schijnen de meening toegedaan te zijn, dat goede wijn geen krans behoeft. 't Is echter de vraag, of in onzen tijd, nu velen den wijn naar de mooie etiquetten taxeeren, de strenge toepassing van dit spreekwoord in dit opzicht wel zeer doelmatig is.

Hoe dit zij, het boekje bezit le mérite de l'à propos, en dit is zeker een niet geringe verdienste; het vult werkelijk een leemte aan, dat mede een werkelijke verdienste is, en die twee samen leggen ons de verplichting op, heel wat minder goeds over 't hoofd te zien..... zoo dit noodig mocht zijn.

Maar dit is hier niet noodig. De inhoud van het boekske is zoo ongekunsteld eenvoudig, dat de critiek er geen vat aan heeft, of't moest zijn dat deze den stijl wat vloeiender, wat geacheveerder wenschte.

Bedenkt men echter, dat het een werkman is die spreekt, die zijn ondervinding in geregelde volgorde mededeelt, wat hij zegt met zeer goede en duidelijke figuren toelichtende, dan zijt ge schier geneigd te zeggen: waren er voor ieder vak wat veel werklieden van dat slag; het onderricht daarin voor aankomelingen of belangstellenden zou er zeker veel door winnen.

Met het snoeien van vruchtboomen gaat het dikwijls al zeer zonderling toe. Die een hark of spade kan hanteeren en een snoeimes tot wapen in zijn zak draagt, zou zich beleedigd achten als men hem vroeg: kunt ge vruchtboomen snoeien? Die een tuin heeft, en daarin zoo wat liefhebbert, redeneert over het snoeien van vruchtboomen honderd uit, en hoe meer hij redeneert, des te duidelijker blijkt vaak, dat hij wel de klok hoorde luiden, maar........

Ofschoon wij het onbeslist wenschen te laten, in hoeverre àl hetgene door den Heer Beijns wordt medegedeeld of aanbevolen even proefhoudend is, kan het toch niet twijfelachtig zijn, dat dit boekje hen, die in vruchtboomcultuur belangstellen, op een zeer gemakkelijke wijze en zonder eigenlijke inspanning, een helder begrip zal geven van datgene, wat niet alleen op het snoeien, maar in het algemeen op het behan-

[p. 144]

delen der vruchtboomen - appelen en peren - betrekking heeft. Van het zaaien af, tot het volkomen vormen en onderhouden der boomen naar de verschillende voorname stelsels, volgt de schrijver den boom in zijn ontwikkeling, onophoudelijk raad gevende hoe te handelen; terwijl hij niet vergeet er bij te vermelden, waarom men den boom aldus en niet anders snoeit, leidt, bindt, enz.

Dat dit alles met de noodige duidelijkheid in niet meer dan 64 bladzijden druks werd samengevat, is een bewijs van beknoptheid, waaraan - wij haasten ons dit er bij te voegen - de duidelijkheid niet is ten offer gebracht, daar het zeer enkele bladzijden wellicht uitgezonderd, waar de Schrijver blijkbaar moeite had aan zijn gedachten een goeden vorm te geven, zelfs voor zeer ontwikkelde tuinlieden begrijpelijk is. Zonder de vier uitslaande platen met een groot aantal figuren ware dit dan ook onmogelijk geweest.

Wij wenschen dat deze beknopte aankondiging velen onder de oogen mag komen, wien het boekje nog onbekend was. Die vruchtboomen bezit, onverschillig of hij zich zelf al dan niet met de verzorging er van bemoeit, zal er met genoegen kennis mede maken, en zelfs zij, die meenen in dit opzicht op de hoogte van het vak te zijn, zullen zeker van des Schrijvers ondervinding nog heel wat kunnen leeren.

adoxa.