Kort Begrip der Schoolquaestie naar den Catechismus van den H. Pierson.
Voorrede.
Overmits de eerste schrede tot bevredigende oplossing van eenig vraagstuk is, het zoo eenvoudig mogelijk te stellen, verdient iedere poging toejuiching, die in dezen geest wordt ondernomen. Daarom heeft de H. Pierson met zijn ‘Catechismus van de Schoolkwestie’ (Amsterdam, bij J.H. Kruyt) een goed werk verricht. Hij heeft de belangrijke strijdvraag op alleszins bevattelijke wijze behandeld, zoodat eene goedkoope uitgave en eene ruime verspreiding van dat gulden boekske in allen opzichte gerechtvaardigd is. Het geldt hier nu eenmaal eene volkszaak en zoo wordt zij het best voor het volk gebracht.
Wij meenen in den geest des geachten schrijvers te handelen, als wij een Kort Begrip van zijnen Catechismus opstellen. Hij schreef voor eerstbeginnenden, doch er zijn ook allereerstbeginnenden. Hij schreef om zoo te zeggen voor de lagere school, het Kort Begrip is bestemd voor de bewaarschool. Dat de Catechismus zelf daarvoor niet geschikt is, ligt in den aard der zaak en het is allerminst ons doel daarvan den schrijver een verwijt te maken. Het boekje is, zooals van onderscheiden zijden werd erkend, en wij stemmen van ganscher harte met dien lof in, met veel geest geschreven. Edoch - juist die rijkdom van geest waarover de schrijver te beschikken heeft, verleidde hem hier en daar tot uitweidingen: zoovele kanalen door den drang zijner geestigheid gegraven, opdat zij daarin een uitweg mocht vinden. Deze uitweidingen, hoezeer overigens op hare plaats en ter zake dienende, maken zijn geschrift minder geschikt voor allereerstbeginnenden, weshalve wij er ons toe gezet hebben den boom van al te weelderige loten te ontdoen, opdat de schoone vruchten des te eerder in het oog vallen. Daartoe dient dit kort Begrip, dat het merg van den Catechismus bevat. Wij