Uit ‘de huisvriend.’
Schetsen en Portretten, naar het leven geteekend door L. van Cleeff, Predikant te Uithuizen. Groningen, Gebroeders Hoitsema. 1875. Een deel kl. 8o.
Onder dezen titel heeft de schrijver een twaalftal losse stukjes van zijne hand, die in de laatste vijftien jaargangen van ‘De Huisvriend’ opgenomen werden, in één bundel vereenigd. Het vrij net uitgevoerde boekske wordt hier aangekondigd, om aan het verzoek van den uitgever te voldoen. De auteur heeft eene eenvoudige, onderhoudende manier van de dingen voor te stellen. Eene hooge vlucht neemt hij niet; op bloemrijken stijl en dichterlijke beeldspraak maakt hij geen jacht, waardoor hij geheel vrij blijft van alle gemaakte geestigheid en valsch vernuft; sarcastisch zelden, humoristisch nu en dan, kan hij ‘heel leuk’ wat zeggen. Zijne opmerkingen zijn vaak zeer juist, zijne levensbeschouwing is gezond en frisch, en de wenken, welke hij geeft, verdienen behartiging. Diep in de roerselen en drijfveeren van het menschelijke hart dringt hij niet in, maar dit verhindert niet, dat men met belangstelling naar hem luistert en hem gaarne volgt, vooral als hij vertelt. ‘Rijtuig houden’ en ‘Ongehuwde en gehuwde heeren’ zijn, juist om dien verhaaltoon, het best geslaagd. Zij boeiden mij althans het meest.
Voor ledige oogenblikken, als men tijd noch lust heeft tot meer omvangrijke lectuur, zijn deze ‘schetsen’ zeer geschikt, en de ‘portretten,’ bijv. die van ‘Deelman’, in ‘Waarde genoten’, en van ‘Koenraad van Waveren,’ - om van andere niet te spreken - geven stof tot nadenken aan gulle gastheeren en vrouwen, die er huisvrienden op na houden, en aan vaders, die jongens op te voeden hebben. Om het goede, dat hij aanbiedt, wenschen wij dan ook met den schrijver, ‘dat het een gunstig onthaal moge vinden.’ Het volslagen gemis van aanmatiging is eene aanbeveling te meer.
Kampen.
j. hoek.