Mededeelingen.
Stad Antwerpen.
Internationale wedstrijd uitgeschreven ter gelegenheid van de 300ste verjaring der Spaansche furie.
Voorwaarden:
Ter gelegenheid der 300ste verjaring van Antwerpens plundering, in de geschiedenis geboekt onder den naam van Spaansche Furie, wordt er vanwege het stadsbestuur een prijs uitgeloofd van duizend franken, voor het beste werk, dit feit beschrijvende, volgens onderstaande voorwaarden:
Het werk, van ongeveer 80-100 blz. in 8o, moet in den volkstrant, dit is vatbaar voor het algemeen, en in Nederlandsche taal geschreven zijn.
De stijl moet boeiend zijn, zonder dat er aan de geschiedkundige getrouwheid van het verhaal te kort worde gedaan.
Het onderwerp mag niet in den vorm van historischen roman bewerkt worden.
Het verhaal zal vergelijkingen van bespiegelenden aard over de stoffelijke, zedelijke en politieke toestanden der XVIde en XIXde eeuwen bevatten.
Het zal de oorzaken doen kennen, welke aanleiding gaven tot de Spaansche Furie, en dezer gevolgen voor Antwerpen, even als voor de geheele Nederlanden, doen uitschijnen.
Aan den voet van elke bladzijde, kan men, getrouwheidshalve, de officiëele bronnen en schrijvers, waaruit geput werd, aanhalen.
Uittreksels uit andere schrijvers kunnen in de oorspronkelijke taal weergegeven worden, voor zooveel zij verstaanbaar voor het volk zijn; die uit moderne geschiedboeken mogen niet meer dan het vierde deel van het verhaal uitmaken.
Het bekroonde werk blijft het eigendom der Stad; zij kan het op hare kosten uitgeven, en in dit geval zal de schrijver er vijftig exemplaren van ten geschenke ontvangen.
De Stad kan ook, zoo zij zulks goedvindt, het werk met platen laten opluisteren.
De mededingende stukken moeten leesbaar geschreven zijn, en uiterlijk vóór 1 Augustus aanstaande vrachtvrij besteld worden aan het adres van den heer Gemeentesecretaris.
De schrijvers mogen zich op geener wijze doen kennen; zij zullen hun werk voorzien van eene kenspreuk, welke zij herhalen op een verzegeld briefken, hunnen naam en woonplaats inhoudende.
Een bijzondere jury zal door het Schepencollegie worden aangesteld, om de stukken te beoordeelen, en om den prijs toe te kennen, indien het beste der ingezondene werken daartoe verdienstelijk genoeg geschat wordt.
Aldus vastgesteld door het Collegie van Burgemeester en Schepenen.
Antwerpen, den 25 Februari 1876.
Ter ordonnancie:
De Secretaris, J. DE CRAEN.
De Burgemeester, LEOPOLD DE WAEL.