onmogelijk zou zijn uit een gemeente-archief, dat zoo rijk is als het Kamper, een onderwerp voor den dag te brengen, meer geschikt om de aandacht te boeien. En dat vooral bij eene wijze van behandeling, als de heer Uitterdijk heeft gekozen: zonder eenige toelichting, alleen letterlijke mededeeling van de naar zijne meening belangrijke posten uit de rekeningen, met verklarende woordenlijst en naamregister.
't Zij verre van ons hier met den geachten bewerker in een geding te treden over het al of niet wenschelijke en doelmatige van uitgebreide aanteekeningen of toelichtenden tekst, maar dat zal hij zeker met ons eens zijn, dat het boek, zooals het daar ligt, alleen bruikbaar is voor de mannen van het vak. Wij voor ons moeten bekennen, dat wij in de rekeningen zeer interessante bijzonderheden hebben aangetroffen, zoowel omtrent den socialen toestand dier dagen, als omtrent de historische gebeurtenissen, den strijd tusschen de naar het bezit van geheel Nederland strevende Oostenrijksch-Bourgondische en de voor de gewestelijke zelfstandigheid kampende Geldersche politiek, waar tusschen eene koopstad als Kampen soms deerlijk in de klem kon geraken; maar wij bekennen tevens dat wij de rekeningen eerder voor bijlagen achter eene monographie of voor eene bijdrage in 't een of ander historisch tijdschrift geschikt achten dan voor een afzonderlijk boek.
't Zou ons leed doen, als de bewerker hieruit afleidde, dat wij zijn werk als nutteloos veroordeelden. Voor de kennis der prijzen, voor die van den koers van het geld is hier heel wat te vinden; dikwijls wordt de gemiddelde koers van het heerenpond, waarmede te Kampen gerekend werd, bij het begin des jaars medegedeeld; veel vindt men er ook over vele gewoonten, dikwijls nog zeer oude echt Germaansche, zooals b.v. het zwaarddansen door de smidsgezellen, veel over het samenwerken tot onderlingen bijstand met Deventer en Kampen en over de verhouding tot de regeering te Brussel en tot Gelderland. Menig duister punt zal er zeker door opgehelderd worden, vooral voor dengenen, die bijzonder werk maakt van de geschiedenis van Overijsel en van de stad Kampen. Mocht het boek een eerste stap zijn tot een groot werk, waaraan zeker behoefte bestaat, eene monographie over Kampen in de middeleeuwen, geen stadsbeschrijving, geen oudheidkundig onderzoek, maar eene stadsgeschiedenis. Met Utrecht, Nijmegen en misschien Dordrecht, verdient de oude Hanzestad zeker in hooge mate, dat zulk eene geschiedenis van haar geschreven worde. Mocht de heer Nanninga Uitterdijk die voorbereiden, zooal niet zelf op zich nemen, hij zou den dank verdienen van allen, die belang stellen in de geschiedenis van Nederland.
's-Gravenhage, Mei 1875.
p.l. muller.