hoogere belangen, Mijnheer! geestelijke belangen, bovenmaansche belangen, die ons meer aan het harte gaan dan alle gewervelde of ongewervelde dieren, of alle vormen der schoone Hiotitomalankitische talen. En op dit gebied hebben wij een teleurstelling ondervonden, die ons meer verdriet veroorzaakt, dan wij zullen gevoelen als men na onzen dood met onze standbeelden rondloopt, roepende: ‘Geeft hun een plek waar ze staan kunnen!’ Vergun ons u deelgenoot te maken van onze smart; wellicht kunt gij ons troosten of ons uitzicht geven op een betere toekomst.
Is het u gegaan als ons, dan hebt gij met verrukking gehoord of gelezen het ‘woordeke’ van het wakker ‘hoofdeke’ der nieuwe anti-revolutionaire, christelijkhistorische, sociaal-democratische en radicale partij, om art. 168 van de Grondwet eenvoudig te schrappen, waardoor dus de Staat niet meer verplicht zou zijn, om aan de verschillende gezindten en hare leeraren de tractementen en emolumenten uit te betalen, die zij bij de invoering der Grondwet genoten, maar aan de gemeenten zelven de taak zou worden overgelaten om in de behoeften van haren eeredienst te voorzien en voor het onderhoud harer predikanten te zorgen. Dat was voorwaar een goddelijke inval! Niet alleen zou daardoor het budget van den Staat aanmerkelijk verlicht en de belastingschuldigen aanzienlijk gebaat worden, zoodat in het vervolg onze financiën niet slechts op ééne kurk, maar op twee kurken zouden drijven: de jenever en de Dominé's. Niet alleen zou daardoor het voorstel om de christelijk-gereformeerde predikanten, die er niets van willen weten, lands-tractement op te dringen, nog gekker geleken hebben, dan het nu reeds was, maar ook zou daardoor de rust in de Kerk voor goed verzekerd, en het middel gevonden zijn om alle ketterij voortaan te weren of ten minste onschadelijk te maken.
Gij twijfelt, Mijnheer! Welnu, laten wij het u dan duidelijk maken. Sedert eenigen tijd hooren wij van twee onzer boerenarbeiders, die thans, ten gevolge der rechtstreeksche verkiezingen, in kerkelijke besturen zijn, onophoudelijk praten over zeker artikel XI. Toen wij hun vroegen, wat zij toch met dat gekkennommer te doen hadden, zeiden zij ons: ‘Dat artikel is het mooiste dat wij hebben, daarmee wordt de “leer gehandhaafd”, en ging dat weg, dan liep alles in het honderd.’ Daarop vertelden zij ons, dat de Synode zich daarmede onlangs weder bezig had gehouden, en zij er dit jaar hun ‘affies en konsekratie’ over moesten geven, en terwijl de een beweerde, dat er toch courage toe behoorde om zoo ‘de kat de bel aan te binden’ riep de ander maar: ‘Vest op prinsen geen vertrouwen,’ 't zijn altemaal maar doekjes voor 't bloeden; lange redenaties en anders niet; als ik een wet moest maken, zou ik maar eenvoudig zeggen: zoo moet het, en daarmee uit, maar geen redeneeren of spikkeleeren op de toekomst. Ik zou er wel wat anders op weten. Als wij de dominé's maar straffen konden in hun beurs, dat zou beter helpen, dan alle artikels XI met hun ‘handhavings’ en hun ‘leer,’ die ze zelf niet eens weten waar te zoeken of te vinden.’ De bijl en de beurs’, zei Heemskerk in zijn goeden tijd, en hij had gelijk. ‘Wat voor beesten goed is, is ook goed voor.... nu gij weet wel!’
Dit eenvoudig woord van een eenvoudig man deed voor ons een licht opgaan, en nu begrepen we eerst de heilzame strekking en het weldadige doel van het voorstel van het hoofd der anti-revolutionaire partij. Als de gemeenten zelve haar predikanten betaalden, dan hadden zij ze in haar macht. Art. XI, dat volgens het gezegde van een Haagschen ouderling zoo providentiëel ‘gehandhaafd’ is in het Alg. Reglement, heeft nooit iets uitgewerkt, het heeft zelfs de moderne ketterij, die alles te boven gaat wat ooit in dit vak geleverd is, niet kunnen beletten. Maar met de betaling door de gemeente, zou er zelfs geen tittel of jota van de formulieren van eenigheid behoeven geschonden te worden. ‘Kunt gij, weleerwaarde! het decretum horribile niet preeken, dan zult ge koû moeten lijden, al is de winter nog zoo horribel. Is u de opstanding des vleesches wat te kras? reken dan dit jaar op geen vet varken, maar bereid u voor