Suum cuique.
Stemmen over het onderwijs aan meisjes.
XXIX.
Schoolprogramma's.
Het middelbaar onderwijs aan meisjes heeft zich in Nederland een plaats verworven.
Vijf openbare scholen met 5jarigen, twee met 3jarigen cursus zijn in vollen gang. Ze zijn tot stand gekomen door de zorg van wakkere gemeentebesturen, ofschoon de steun der hooge regering bleef ontbreken.
Het meisjesonderwijs scheen zoo min staatsbelang als de kunst regeringszaak.
Maar bij de tegenwoordige regering vindt het onderwijs van het vrouwelijk geslacht zoowel als de Nederlandsche kunst achting en belangstelling.
Voor middelbare meisjesscholen staat een post op de begrooting, een postje, ja, naauwelijks noemenswaardig; maar toch, het beginsel is erkend. Bevordering van het meisjesonderwijs in enkele, kleinere gemeenten nog maar stelt zich de regering ten doel, en nog verre verwijderd schijnt zij van de overtuiging, dat het onderwijs van het eene geslacht dezelfde belangstelling verdient, op gelijken steun aanspraak heeft als het onderrigt van het andere.
Maar we hebben misschien staatsmanswijsheid te waarderen in 't geen schroomvalligheid schijnt; 't kon om den eersten stap te doen zijn, en die eerste stap is gedaan; de hevigste tegenstand is gebroken, op het vooroordeel een overwinning behaald.
Het middelbaar onderwijs voor meisjes staat daar, het is een feit, en het is van staatswege erkend, wordt van staatswege ondersteund.
De Tijdspiegel heeft met warmte die goede zaak voorgestaan, met volharding voor haar gestreden.
Die taak is afgedaan. De middelbare meisjesschool zal haren weg nu wel vinden. Aanvankelijk heeft zij hare taak mot moed aanvaard.
Is zij op den regten weg? Gelijk de hoogere burgerschool zoo zal ook de middelbare meisjesschool nog veel uit de ervaring moeten leeren, en wij voorzien, dat ze haar programma nog wel eens in nadere overweging zal mogen nemen.
Maar wij zullen haar niet smaden, wanneer zij soms op haren weg moet terugkeeren; ook zij zal slechts allengs tot de waarheid kunnen naderen. Toone ze maar niet te groote gehechtheid aan het eenmaal vastgestelde programma. Men moet nog leeren, wat het beste middelbaar onderwijs voor het vrouwelijk geslacht is.
Welke overeenkomst en, bij de overeenkomst, hoeveel verschil er bestaat tusschen de onderscheiden programma's hebben wij in een paar tabellen trachten aan te wijzen.
Wij moeten daarbij opmerken, dat de scholen met 3jarigen cursus bezwaarlijk kunnen vergeleken worden met die van 5jarigen cursus: wij hebben daarom de scholen van Amsterdam en Deventer in eene afzonderlijke tabel opgenomen. Maar van de vijf scholen met 5jarigen cursus zijn er twee, Rotterdam en Groningen, wier programma, zeker omdat daaraan nog geen behoefte bestaat, nog niet uitgewerkt is voor de 5de klasse. Voor de vergelijking van 4 klassen hebben wij dus vijf scholen, slechts drie voor de vergelijking van 5 klassen.