gladiator, aanvoerder der slaven in den slavenoorlog, Liv.’ Dit is iets, maar kwalijk genoeg, om de nu eenmaal verloopene memorie van den kwak op te frisschen. Denkt gij dat de gewone jongen alsnog zijn historieboek uit de kas haalt, om 't jaartal en 't beloop van des gladiators leven meester te worden? Dat ware te veel gevergd van hem die het druk heeft. Spartacus en de kruik gaan er dus in de vertaling onder door. Maar heeft hij eenmaal Heckers boekje gekregen en den raad er bij, reeds op de 3de klasse, om het bij alle eigennamen te gebruiken, dan zal hij, het openslaande, genoeg historisch licht vinden in dit artikel:
‘Spartăcus (i), Σπάρταϰοϛ, een geboren Thraciër, werd van herder soldaat, van soldaat rooverkapitein. Als zoodanig gevangen genomen, werd hij om zijn forschen lichaamsbouw naar eene zwaardvechtersschool te Capua gezonden. Hij vluchtte in 73 met 70 zijner medeslaven, die weldra tot eene geduchte bende aangroeiden, legerde zich op den Vesuvius en behaalde op Claudius Pulcher, die hem met 3000 man omsingeld hield, zijne eerste overwinning. Sedert liep hij 2 jaren lang, aan 't hoofd van een groot bandietenleger, Italië moordend en brandend af en hakte de legioenen rechts en links in de pan, tot hij eindelijk door M. Licinius Crassus in een beslissend gevecht, bij de rivier Silărus, na hardnekkigen tegenweer verslagen en gedood werd.’
Niet kinderachtig, eer schilderachtig bij alle beknoptheid noem ik deze schets, en 'k zou willen weten, hoe met evenveel woorden iets beters te geven.
In hoever prof. Hecker van de nieuwste uitkomsten, door geschiedvorschers en aardrijkskundigen verkregen, partij trok, kan ik noch bij ervaring nu reeds zeggen, noch bij gemis van een voorrede voor de nieuwe uitgaaf, uit des schrijvers woorden opmaken. 't Is inderdaad onmogelijk in de vier vakken alles bij te houden; niemand zal zich dus ergeren aan enkele omissiën. Ook, al kwam er een nieuwe beschouwingswijs, bijv. in de mythologie, dan is het de vraag, of zij opname in dit woordenboek eischen kan. Maar 'k had gewenscht een korte aanwijzing der bronnen te vinden, waaruit omwerking of wijziging is gevloeid. Nu heb ik te vergeefs in den nieuwen druk enkele verbeteringen gezocht. Want verbeteringen noem ik, wat bijv. Napoléon III over Caesars veldtochten in Gallië geographisch heeft uitgevorscht.
Wir können ihm, zegt Wilhelm Rüstow (Gesch. J. Cäsars v. K.N. III commentirt v. W.R.) auf seinem Wege über Cäsars gallische Schlachtfelder mit groszer Unbefangenheit folgen. De firma Plon moge met den thans ‘oudachtigen heer van Chislehurst’ een appeltje voor de regtbank zoeken te schillen; uitgemaakt voor de wetenschap blijft, dat Bibracte niet is Autun, maar Mont-Beuvray, 20 kilom. w. van Autun. Niet alleen de geschikte ligging voor een Gallisch oppidum, deed vermoeden, maar de opgravingen bewezen, dat op 't plateau van den berg Beuvray eenmaal een groote stad lag. Bratuspantium plaatst