Vrouwenroeping. Woorden van ernst en liefde aan hare zusters toegewijd door Julie Burow. Uit het Hoogduitsch. Naar de vijfde, oorspronkelijke uitgave. Leeuwarden. A. Akkeringa.
Dit boekje is reeds in verscheidene tijdschriften met hoogen lof aangekondigd en wij zullen het dien niet betwisten. Een grootmoeder geeft hierin hare gewaarwordingen en ondervindingen als dochter, vrouw, moeder en grootmoeder aan het aankomend geslacht ten beste. 't Is een goede oude vrouw, dankbaar voor het lot, dat haar ten deel mocht vallen; doordrongen van het besef, dat ieder mensch, in welken kring ook geplaatst, een roeping te vervullen heeft; met jeugdigen ijver bezield, om hare lezeressen het goede voor te houden en verder te brengen op den weg der volmaking. Zij doet dit op zachtmoedige wijs, in echt christelijken geest; boven alle geloofsverdeeldheid verheven, stelt zij de liefde jegens God en den naaste als richtsnoer voor het leven van de menschheid in het algemeen, van iedere vrouw in het bijzonder. En waar zij o.a. spreekt over de behandeling der dienstboden; over moeders, die zelve al de zorg voor keuken, kelder, wasch en schoonmaak blijven dragen en hare volwassen dochters (uit welk beginsel dan ook!) niet toestaan, haar hierin de behulpzame hand te bieden; over kinderen, die van jongs af, als het ware, de manie hebben om alles, waarover zij slechts eenigszins beschikken kunnen, weg te geven, bevat haar werk menigen nuttigen wenk, welks overdenking alleszins de moeite waard is.
Welnu - wat wil men meer? De kritiek, die booze geest, fluistert: ‘Een grootmoeder is gewoonlijk, en ook hier, lang van stof, bekommert zich niet om oude of nieuwe spelling, vervalt telkens in herhalingen en deelt maar al te vaak lessen en vermaningen mede, die ja! ontegensprekelijk waar en uiterst behartigenswaardig zijn, maar meer nuttig en stichtelijk, dan wel onderhoudend en indrukwekkend kunnen genoemd worden.’ Zwijg, kritische geest! Lees bladz. 155 en de volgende nog eens over, en na deze allerliefste beschrijving van een ideaalgrootmoeder, verklaart gij onmiddellijk alle grootmoeders, en dus ook Julie Burow, voor onschendbaar!
M.