alles voor het volk,’ bij velen ook wel, ‘niets voor het volk, alles door ons en voor ons!’
Het geheele boek draagt ook het merk van het: ‘je l'ai vu.’ - Lag het nu ook in des schrijvers plan om ons Alexandra Feodorowna (vroeger prinses Charlotta van Pruissen) te schetsen; zijn onderwerp bragt mede, dat hij ons althans zóo veel van het russische hof, zijne celebriteiten en notabiliteiten mededeelde, als binnen zijn kader viel. En dit doet hij met milde hand. Het werk is rijk in anecdotische mededeelingen, dikwerf ook weinig interessante, die hoogstens voor Duitschers, die der vorstin nader staan, belangwekkend mogen heeten. Ceremoniëel bij hoffeesten, bij opneming der Protestanten in de Grieksche Kerk, bij het huwelijk, later bij doop en verloving wordt geschetst met eene wijdloopigheid, die voor de meeste lezers het interessante wel wat wegnemen zal. In onze schatting toont de heer von Grimm zich hier wel wat hoveling, voor wien kleinigheden ophouden kleinigheden te zijn, wanneer die slechts de grooten der aarde betreffen.
Over het geheel komt ons de Keizerin voor als eene vrouw, die op den troon geenszins was misplaatst, maar die daarop, juist uit dien hoofde, voor zich zelve althans, niet ten volle wél geplaatst was. Zij was daarvoor mogelijk te zeer ontwikkeld, nog te veel mensch! - Hoe veel moest haar, die in stille studie haar hoogste vermaak vond, die de lectuur van ernstige geschiedschrijvers zocht, die met een Jean Paul dweepte, de echte moeder harer kinderen, dáár aan dat hof stuiten en tegenstaan! Ons dunkt, dat ook wie haar nader, ja het naast en boven haar stond dáár, bezwaarlijk de man kon wezen naar het hart dier vrouw. - Nikolaas was Rus, Russisch keizer, indien al niet in den vollen, dan toch vrij uitgestrekten zin van het woord. Zij mogt zelfs zijn hart bezitten; dat was een echt czarenhart. - Onwillekeurig herinneren we ons eene plaats van Jean Paul, waar hij zegt: ‘Indien een vorst zijn intendant van den hofschouwburg of eenig maître des plaisirs beval, dat hij hem eene decoratie moest bezorgen van een wijd uitgestrekten tuin, met bloemen en geboomte, waarop de dauwdruppen glinsterden in de stralen eener opkomende zon, terwijl duizend leeuwrikken en zoo vele andere vogels met hun gezang den morgen begroetten, - dan zoude de kunst van den decorateur en de rijkdom van den vorst dit nog niet kunnen uitvoeren. En toch kost dit alles niets meer dan eene vroege morgenwandeling in het veld, met een helder hoofd; - doch altoos zonder kroon daarop.’ - Alexandra Feodorowna was bezwaarlijk voor Rusland, en Rusland voor haar geschikt. Hoe herleeft zij dan ook, wanneer zij Duitschland en Italië mag bezoeken! - Wij willen gelooven, dat zij het hare toebragt om het karakter van den keizer te verzachten; doch hoe veel gebeurde er wat haar moest krenken, zooveel zij op den russischen troon nog een menschelijk, een vrouwelijk hart had bewaard. Hoe moest de vrouw in haar strijd voeren met de
keizerin!
Bij von Grimm vernemen wij daarvan luttel. Het is alles couleur de rose, en hij ziet van de ellende des volks naar het schijnt weinig, ziet deze zóó, als men haar van of nabij den troon en het hof ontwaart. Alleen van het soldatenoproer bij de troonsbestijging van Nikolaas wordt meer notitie genomen, en wij ontvangen daarvan eene levendige voorstelling. Trouwens, dit kwam den keizer en het keizerlijk huis na genoeg. - Zoo ook van de zamenzwering van Araktschef en de zijnen tegen elkander. Bij die gelegenheid laat ons de schrijver op Ruslands toestanden juiste blikken werpen, en daarbij betreurt men het, dat niet overal in het werk dezelfde onpartijdigheid en zucht voor waarheid des schrijvers pen bestuurde. Katharina II b.v. was nog wat anders dan gelijk wij haar in den aanvang van dit werk geschetst vinden.
Intusschen, met zijne gebreken, waaronder wij niet het minst eene langdradigheid stellen, die met wat mofsche kruiperij, ook nietigheden als zaken van ge-