betering der waterwegen van Amsterdam en Rotterdam naar zee, en over dat betreffende de exploitatie der spoorwegen: ziedaar eenige der hoofdonderwerpen in dit boekdeel behandeld, terwijl bovendien de wetsontwerpen tot definitieve vaststelling van Hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1862, en tot vaststelling der staatsbegrooting voor 1863, nevens zoo menige interpellatie, ruimschoots gelegenheid gaven om, behalve de algemeene en koloniale politiek, ook de binnenlandsche vragen van den dag, lager onderwijs enz. enz., te bespreken.
Vooral doet de lezing der parlementaire redevoeringen van den heer Thorbecke genoegen, om den daarin heerschenden toon; omdat hij steeds bezadigdheid en waarheid in de discussie wist te bewaren; dat hij aan het debat wist te geven eene practische richting; meer over zaken dan over personen sprak, liever argumenteerende ad rem dan ad hominem; dat hij zijne wetsvoordrachten steeds met grooten tact deed toelichten en verdedigde, zelden te veel en immer genoeg zeggende; dat hij eindelijk met eene helderheid en duidelijkheid van voorstelling sprak en betoogde, welker kracht ieder lezer gevoelt.
Al deze eigenschappen nu, die men in het algemeen als allereerste vereischten van den staatsman vorderen zou, blijken, volgens het debat in de Tweede Kamer, niet dan bij groote uitzondering bij de Nederlandsche staatslieden onzer dagen te worden gevonden. Sedert eenigen tijd is de degelijkheid en waardigheid van het debat in de Tweede Kamer der Staten-Generaal tot een uiterst laag peil gedaald. Niet alleen moest de voorzitter in de laatste jaren bij herhaling tusschen beiden komen om zijne afkeuring over ongepaste en beleedigende uitdrukkingen te kennen te geven; maar over het algemeen schijnen waardigheid en bezadigdheid in de discussie door overdrijving en hartstocht te zijn verdrongen; oordeel over personen leidt uitsluitend het oordeel over zaken; woordenomhaal of intimidatie gelden somtijds met goed gevolg voor argument; men tracht, en slaagt daarin maar al te dikwerf, in stede van door overredingskracht, door zoeken en toedichten van bedoelingen, tegenstanders tot zwijgen te brengen.
Onze opmerking, - die trouwens niet alleen de onze is, - te staven door een tal van voorbeelden, zelfs uit het Bijblad, waaruit de vóór ons liggende redevoeringen van den heer Thorbecke getrokken zijn, zou niet moeilijk vallen, maar ons te veel brengen op het netelig gebied der personaliteiten.
Genoeg zij het hier de aanwijzing te hebben gedaan, en er de dubbele opmerking aan toe te voegen: vooreerst, dat de schuld niet bij eene of andere politieke partij moet gezocht worden, daar de geëxploiteerde grammatica-spreuk van binnen en buiten de muren van Troje ook hier van toepassing is. En in de tweede plaats, dat de infusie van het versche bloed in October 1866 nog niet bij machte is geweest de kwaal, waaraan Nederlands politieke waardigheid lijdt, te genezen.
Aan de tot vervelens toe herhaalde discussiën over personen, waar-