Een toast van Borger, medegedeeld door Theod. Jorissen.
Op de 76ste Verjaardag van Prof. M. Tydeman, 20 Maart 1817. Mevrouwen, Mejufvrouwen, WelEdele, WelEerwaarde, HoogGeleerde Heeren!
Wat de reden en de oorzaak is, waarom wij hier bij elkander zijn, weten wij allen en behoeven wij niet te demonstreeren,
Men is gewoon iemands geboortedag te noemen den dag waarop hij is geboren.
Dat is zoo gebruikelijk bij alle andere menschen en ook bij de Professoren.
Wij zijn dus hier gekomen om Professor Tydeman geluk te wenschen, dat hij juist heden ten dage 76 jaar oud is.
Want al is men Emeritus, men kan daarom knap en gezond zijn, en een Emeritus op lange na nog niet dood of koud is.
Dat zie je aan Wijttenbach, dewelke had 70 jaren lang een hekel aan de vrouwen,
En zoodra is hij geen Emeritus, of hij wordt jong, en begint (Jan help me) te trouwen.
Collega Te Water ook nog niet van jeugdig vuur en ambitie ontbloot is;
Wie weet dus wat kromme sprongen Collega nog maakt, eer Collega dood is.
Oosterdijk ad idem.... maar ik zie uw hart reeds bewogen is.
Wij wilden met deze exempelen alleen maar beduiden:
Dat het toch maar een groot voorrecht is, dat de Hemel schenkt aan oude luiden,
Als men alleen aan de jaren weet dat ze oud zijn, en dat men ze anders naar gang en tronie zou groeten voor jonge menschen,
En derhalve ieder uwer er gaarne Amen op zegt, als wij den oud Griffier van de Staten van Overijssel nog vele jaren van hart en ziel toewenschen.
Het is nu juist de dag, gelijk ons, naar uitwijzen van den Almanak van Don Antonio geleerd is,
Dat de zon de linie, en professor Tydeman de 76 jaren gepasseerd is.
Gij zult zeggen: dat laatste staat niet in de Almanak, maar zulk een reflectie geen antwoord waard is,
Het staat in de Almanak van Don Antonio, dat het van daag den 20en Maart is,
En op dien tijd is professor Tydeman jarig net zoo als voorleden jaar. Nu, de zon zal nog wel eens 76 jaar de linie passeeren,
Maar dan zijn wij er apparent niet meer, WelEdele, WelEerwaarde, HoogGeleerde Heeren!