dienen, om te weten waarop zij bij een volgenden arbeid hadden te letten, nu werd aan een volgenden arbeid niet meer gedacht. Indien nu bij tooneel-direktiën de bekwaamheden niet aanwezig zijn om de genoemde uitspraak behoorlijk te argumenteeren, dan wordt voor haar de onderneming van een oorspronkelijk tooneelstuk op te voeren, een tasten in den blinde, en is het veiliger in den vreemde rond te zien, wat zij ter vertaling zullen kiezen, immers de goede uitslag van elders en de vreemde kritiek wijzen vooraf den weg.
De direktie van den hollandschen schouwburg te Amsterdam heeft den laatsten tijd anders gewild. Heeft zij van haar pogen goede vruchten gezien? Indirekt ja: de prijsuitloving was tevens een duidelijk uitgedrukte wensch naar oorspronkelijke geest-vruchten, en moest de aandacht van den nederlandschen auteur wekken; behalve de bekroonde stukken heeft zij het publiek van tijd tot tijd oorspronkelijke scheppingen aangeboden. Het ijs is gebroken, men mag een betere toekomst verwachten. De novelles zijn den laatsten tijd zoo dramatisch, het zal onze auteurs weinig inspanning kosten tooneelwerk te leveren, en om op Brunings terug te komen, dezen gaat het werk gemakkelijk af.
Dat oppervlakkigheid een vereischte is tot populariteit, kan geestig worden beweerd, maar is daarom nog geen waarheid; Brunings zal zich er niet door laten misleiden. 't Is niet te ontkennen: een woord van de straat, een dagelijksche expressie, overbekende menschelijke zwakheden en ondeugden en de meest alledaagsche karakters op het tooneel behendig aangebracht en voorgesteld, verwerven duidelijke teekenen van goedkeuring, worden met belangstelling gevolgd; maar het publiek kan meer verduwen en erkennen. In een tooneelstuk van Brunings, dat wij zagen opvoeren, komt een passage voor, die van een diepen psychologischen greep getuigt, als wij den auteur meer toewenschen. Wij bedoelen den oogenblik wanneer de jonkvrouw, de laatste dagen eenigermate verward door verholen liefde, geheel tegen haar gewoonte het kameniertje een hard woord toevoegt, en deze, schreijende en zich over het veranderde gedrag harer gebiedster beklagende, de jonkvrouw het lijdende harte verweekt, waardoor zij der weenende de beide handen reikt, mede in tranen uitbarst en zich verontschuldigt met de klacht dat zij zich den laatsten tijd zenuwachtig gevoelt. Dit tooneeltje, zoo verdienstelijk voorgesteld als het verdiende, wekte luide goedkeurende teekenen van alle rangen en moest den ongeloovigste overtuigen, dat het begrepen en gevoeld was en er rechtmatige hulde aan werd gebracht. Het publiek verlangt meer dan oppervlakkigheid en wat men noemt bas comique.
Wanneer ‘Een Rendez-vous’ wordt opgevoerd, dan zal Bart de knecht van den jongen van Hoorn in den aanvang de toeschouwers bezig houden, maar indien hij, bij den belangrijken motief die hij voor den gang der geschiedenis is, een grooter aandeel woorden, dan hij reeds