wel een bewijs, dat hij den volkstoon wist te treffen en dat er velen dachten als hij. Dat meesterschap maakt de waarde uit van Hölty, en hij is verre verheven boven die vele navolgers welke alleen de ‘Sehnsucht’ van hem overnamen, maar noch de innigheid der gedachten, noch de aangenaamheid van den vorm konden overnemen.
Er zijn onder de liederen van Hölty welke uitmunten door natuur en eenvoud. Ze zijn ons de liefste. Gunt me er u een te doen hooren:
De vroege liefde.
Nog in den bonten kindertooi,
Beminde ik meer dan paard en bal
Ik dacht aan tol noch hoepel meer.
Waar, naast mijn zuster, in 't prieel
Dan keek ik naar 't aanvallig kind.
Naar 't blozend wangenpaar,
Naar hals en mond en voorhoofd heen,
En 't lief gekronkeld haar.
'k Bespiedde voorhoofd, doek en band,
En strekte dan in 't gras mij uit,
Digt aan heur kleedjes zoom.
O, wat ik toen als knaapje deed,
Dat is nog steeds mijn lust,
En 'k zie er geen verandren aan
Tot ik op 't kerkhof rust.
Vindt ge dat lied niet zangerig en geestig gedacht? Zoo zijn er meer: Doodgraverslied; - raad; - aan mijne tabakspijp; - de oude landman aan zijn zoon; - de bezigheden, en vooral het zoo meesterlijk door Beets vertaalde lied: ‘Die knabenzeit’, daarom waarschijnlijk niet opgenomen in den bundel van den heer de Kanter.
Over het algemeen zijn de liederen in den voor ons liggenden bundel met smaak en tact in nederlandsch gewaad gekleed. Dat vertalen is een moeijelijk en ondankbaar werk.
Kleine vlekjes zijn ook hier te ontdekken. Zoo vinden we het:
Op 't donzig leger lacht u mijn beeld welligt
Dan ook wel toe, of klemt aan uw boezem zich,
Terwijl een traan van smachtverlangen
Droppelt op 't purperen bloemenweefsel.
gewrongen, en hadden het ontkus in:
Weest mij gezegend, tranen! gij vloot om mij!
De stonde nadert! Dan, dan ontkus ik u
Aan 't zachtblaauwoog, en milde teugen
Zwelg ik van nimmer gesmaakte weelde.
liever door ontroof of iets anders vervangen.
Wij willen met het zoeken naar die vlekjes niet voortgaan, maar liever eens vragen: was het noodzakelijk Hölty's gedichten in nederlandsch gewaad te steken?
Wij gelooven het niet.
Het algemeen heeft geen belang bij de zangen van Hölty, en de minderheid, die daarin belang stelt kan ze in 't oorspronkelijke lezen.
Wij hebben geene behoefte aan vertalingen, maar aan oorspronkelijke zangen en liederen; wij hebben dichters noodig als de Genestet, die nederlandsche toestanden op nederlandsche wijze bezingen en tot ons gemoed en ons hart spreken.
Meermalen kwam mij onder het lezen van Hölty's liederen het beeld van de Genestet voor den geest.
Was het omdat beider vroegtijdige dood en beider smartelijk lijden daartoe aanleiding gaf? Was het in de overeenstemming te zoeken van beider karakter, zachtheid en liefde ademende? Was het