Vertalingen en herdrukken.
Van over den Rhijn. Een Duitscher, of orkest en kantoor. Een roman uit het Amerikaansche leven, door Otto Ruppius. Uit het Hoogduitsch door J.J.A. Goeverneur. Groningen, de Erven C.M. van Bolhuis Hoitsema. 1861.
De langdurige strijd gevoerd tusschen de Noordelijke en de Zuidelijke staten van de Amerikaansche Unie, ten gevolge der slavenkwestie aldaar, heeft aller blikken tot zich getrokken, en de aandacht van menigeen gevestigd op de verschillende belangen, meeningen en beginselen die na jarenlange botsing en gisting eindelijk in zoo fellen brand zijn uitgebarsten. Daarom ook zal de verschijning van boven aangekondigd werkje velen niet onwelkom zijn, meenen wij, want het leidt zijn lezers binnen in het maatschappelijk en in het familieleven der Noordelijke en der Zuidelijke staten beiden. Vooral doet het in de verhouding tusschen vrijen en slaven in laatstgenoemde staten menigen blik slaan, die niet onbelangrijk en, naar wij meenen, juist is.
Maar hiermeê is nu ook, naar, ons voorkomt, de grootste zoo niet de éénige verdienste van het boekske genoemd. De zedelijke strekking is maar flaauwtjes, en naar onze overtuiging niet altijd waar. Bovenal geldt dit van de vrouwelijke personen. 't Is waar, er worden zonderlinge en uiteenloopende karakters ook in de werkelijkheid aangetroffen, maar inconsequenties als hier, zoo zij er al zijn, behooren toch tot de zeldzaamheden, en die te schetsen is voorwaar niet het doel van den roman. Tot staving onzer meening wijzen we op de duitsche Mathilde, een mengsel van fierheid en zelfwegwerping, zelfs niet uit haren exceptionelen toestand van landverhuizer te verklaren. Maar inzonderheid hebben wij het oog op Harriet Burton. Dat de fiere maar hartstogtelijke dochter van het Zuiden er toe kon komen om aan den haar nog zoo weinig bekenden jongen man haren hartstogt voor hem te openbaren, dat zij, de rijke geëerde erfdochter, zichzelve den vreemden fortuinzoeker als gade aanbiedt, 't laat zich uit dien hartstogt zelven en den zamenloop der omstandigheden nog verklaren. Maar dat zij weinig tijds nog maar na door hem afgewezen te zijn, onbeschroomd en vrolijk dienzelfden jongman weêr onder de oogen kan treden, dat zij op dat vroeger gebeurde zinspeelt, en hem hare vriendschap aanbiedt, 't is even onwaarschijnlijk als dat zij die geheele geschiedenis harer liefde per uitvoerigen brief aan eene vriendin meldt, en haar, NB. zoo weinig discretie aanbeveelt, dat deze den ganschen inhoud daarvan aan papa en deze alweêr aan een ander meêdeelt. 't Dicteert alles volslagen onbekendheid met het vrouwelijk gemoed.
De pijnlijkste wonde, die ooit het vrouwelijk hart kan worden geslagen, zoo weêr in een oogenblik geheeld, de diepste vernedering, die immer dat hart kan treffen - versmaad te worden - na weinig tijds uitgewischt en schier niet meer gevoeld - 't is ondenkbaar, althans bij een karakter zoo fier, zelfstandig en fijn gevoelend bij andere gelegenheden, als dat van Harriet Burton. Wij herhalen 't, dat is onkunde.