Verba valent usu.
Radicalisme. Een geschiedstudie, voorgedragen in het Leesmuseum te Utrecht en elders, door Dr. J. van Vloten, Hoogleeraar te Deventer, Utrecht, L.E. Bosch en Zoon. 1862.
De Hoogl. van Vloten had ergens Willem van Oranje een radikaal genoemd. Dit had ergernis gegeven. Daarom schreef hij deze geschiedstudie en droeg ze te Utrecht en elders voor.
Het recht om Willem van Oranje met dien naam te betitelen, bewijst de Schrijver langs dezen weg. Radikaal is, volgens de grammatikale beteekenis, ‘wat den wortel der dingen raakt, wat tot hun grond zelfs doordringt.’ Radikaal moet dus heeten, ‘wie tot den wortel, den grond, het wezen, de waarheid der zaken doordringt, om ze - kwaad of goed - zich en anderen onverholen bloot te leggen, en - al naar zijn bevinding - zijn maatregelen te nemen, zijn eigen werkzaamheid in te richten.’ Dit hebben Willem van Oranje, Luther en anderen gedaan en daarom zijn zij radikalen te noemen. Juist het gemis aan dit radikalisme is de fout van Calvijn en de oorzaak van het verval der republiek geweest.
Het betoog is zeker zeer eenvoudig; maar mag daarom nog niet afdoende heeten. De Hoogl. heeft zijn recht om Willem van Oranje radikaal te noemen zoeken te bewijzen door de grammatikale beteekenis in het licht te stellen. We gelooven dat dit woord, even als elke politieke uitdrukking, eene geschiedenis heeft en in onze dagen juist niet in den streng grammatikalen zin wordt gebezigd. Deze historische wijziging in de beteekenis had de Hoogleeraar, geloof ik, in het oog moeten houden. In het gewone leven wordt radikaal in een ongunstige beteekenis gebruikt. Had Dr. van Vloten deze zijns inziens verkeerde beschouwingswijze bestreden en tegenover haar de ware opvatting uiteengezet en gehandhaafd, hij zou zijne lezers meer overtuigd hebben van zijn redit, om Oranje een radikaal te heeten, dan thans het geval is.
Als een proeve welke wijzigingen zulke onbepaalde namen ondergaan, kan de bijdrage strekken, die Dr. van Vloten aan deze rede heeft toegevoegd. Handelende over den oorsprong van den Keezennaam, wijst Dr. van Vloten zelf hier aan, hoe een scheldnaam oorspronkelijk aan de eene partij gegeven later op de tegenovergestelde werd toegepast.