heeft boven de vrouw, waardoor zijn studielust en kunstzin worden opgewekt en aangevuurd, is het onmogelijk de juistheid van dit gevoelen aan te toonen. Reeds als kind geniet de man voorregten, die een blijvenden invloed op zijn ontwikkeling uitoefenen. Wie kent niet het naauw verband dat er tusschen ligchaam en geest bestaat? En terwijl de knaap nu in de frissche buitenlucht zijn krachten ontwikkelt door vrolijke spelen en gezonde ligchaamsoefening, geeft men het meisje een breikous in de hand, of zoo men haar de lucht al doet genieten, is het onder het opzigt der gouvernante, die haar kinderlijke uitgelatenheid bestraft en haar reeds vroeg leert een mensch d.w.z. een modepop te zijn. Terwijl de geest van den knaap met krachtig en degelijk voedsel wordt gespijzigd, en men hem in de gelegenheid stelt om zijn kennis te vermeerderen, vult men de hersenen van het vrouwelijk kind met nietigheden op; een oppervlakkige kennis is voor haar voldoende; behalve in datgene waarmede zij als volwassen schoonheid in de wereld zal kunnen schitteren, wordt haar opvoeding meestal verwaarloosd. 't Is dan ook geen wonder, dat zij zoo nietig, zoo kleingeestig, zoo zwak, zoo afhankelijk blijft, - geen wonder, dat de man haar in geestontwikkeling zóó ver overtreft en vaak met zulk een minachting op haar nederziet! - En toch, niettegenstaande het lagere standpunt dat de vrouw feitelijk inneemt, is haar invloed veel grooter dan haar standpunt gedoogt. De geschiedenis getuigt het. Er moet dus in de vrouwelijke natuur iets groots, iets krachtigs verborgen liggen, als zij niettegenstaande haar lager standpunt zooveel magt kan uitoefenen, en 't is onzes inziens volstrekt nog niet bewezen dat zij bij gelijke omstandigheden niet minstens met den man gelijk zou staan.
Ook Miss Mulock schijnt die meening toegedaan, al deelt zij het gevoelen van velen, dat de man van wege zijn standpunt over de vrouw mag heerschen; al zwaait zij hem, als tot de edeler kunne behoorende, lof, en dikwijls onverdienden lof toe.
Zij schetst ons in Olivia het beeld eener vrouw, die op het gebied der kunst niet beneden de mannen behoeft gesteld te worden, evenmin als op het gebied van morele en geestelijke ontwikkeling. Olivia is mismaakt en daarom verstooten, bespot door de wereld. Olivia's ziel smacht naar de liefde, naar de sympathie die haar ontzegd is. Maar zij schikt zich in haar lot en zoekt vergoeding voor haar leed in de kunst. Olivia wordt kunstenares. Zij neemt toe in vastheid van karakter, in helderheid van verstand. Door haar godsdienst gesterkt, trotseert zij moedig 's levens stormen. Rijk aan liefde wordt zij een vertroostende engel voor haar moeder, verspreidt zegen om zich heen, oefent een weldadigen invloed uit op al die haar naderen, gelukt het haar zelfs den ongeloovigen Harold Gwyne tot God terug te brengen. Zulk een vrouw wordt de mismaakte Olivia Rothesay. Haar reine, trouwe en heilige liefde voor Harold Gwyne boezemt sympathie in, en zijn er ook al lezers, die zich verwonderen over de wederliefde van Harold Gwyne voor onze romanheldin, wij begrijpen zijn toegenegenheid. Immers hij had het ondervonden, hoe spoedig een zinnelijke hartstogt, door uiterlijk schoon opgewekt, verkoelt, hoe weinig daarvan overblijft. Was het wonder, dat hij daarna meer door ziels- dan door ligchaamsschoon werd aangetrokken?