Waarneming en berekening vereenigden zich hiervoor in eene schoone overeenstemming, de werktuigen werden meer volmaakt, telescopen en kijkers drongen dieper door in de grenzenlooze ruimte des heelals, en de wiskunde bragt het zoover, van uit den loop en het gewigt der bekende planeten eene nieuwe te vinden en haren loop en standplaats a priori te bepalen. Hoe vele kleine planeten zijn er niet ontdekt, hetgeen onmogelijk zoude geweest zijn, indien men geene naauwkeurige sterrekaarten en catalogussen had kunnen vervaardigen, die iedere beweeglijke ster spoedig doen gewaar worden. De loop der kometen werd naauwkeuriger berekend, hare terugkomst vooruit aangekondigd en door de uitkomst bevestigd, en het terugblijven van sommigen uit de storingen verklaard, die de groote planeten op haren loop uitoefenen.
De jongere Herschel, Struve, Mädler, Le Verrier en onze voortreffelijke landgenoot Kaiser, zijn waardige opvolgers van den ouderen Herschel, Euler, La Lande en La Place; zij hebben op de grondslagen der wetenschap, eenmaal door Copernicus, Kepler en den onsterfelijken Newton gelegd, even als deze verder voortgebouwd en hunne pogingen zijn met het schitterendst gevolg bekroond geworden.
De kennis van het zamenstel des heelals is tevens meer algemeen geworden, de slotsommen van het scherpzinnigst en naauwkeurigst onderzoek, van de onvermoeidste en naauwlettendste waarneming, zijn op eene meer algemeen bevattelijke wijze aan het beschaafd publiek kenbaar gemaakt. De onkunde, de vooroordeelen, de bijgeloovigheden en bekrompene voorstellingen, zijn voor eene juistere voorstelling en eenen ruimeren en meer verlichten blik in het gebied der natuur verdwenen.
Op de voortreffelijke Exposition du systême de l'Univers van La Place, volgde in onzen tijd de Beschrijving van den Sterrenhemel van onzen Kaiser, die zoozeer geschikt was om de hoogte der wetenschap voor een beschaafd mensch toegankelijk te maken en hem een volledig inzigt te doen verkrijgen in die verbazende uitkomsten waartoe de sterrekunde thans gekomen is.
De Kosmos van Von Humboldt vereenigde als in een brandpunt al hetgeen tot nog toe voor de kennis der natuur gedaan was, en hing een tafereel op, waarin zich die kennis in hare oneindige verscheidenheid afspiegelde, met eene duidelijke klaarheid en zeldzame volledigheid, die het tot een der meesterstukken van den menschelijken geest verheffen, tot een leiddraad en handboek voor den meergeoefende, en eene bevattelijke onderrigting voor den minkundige, die echter niet van alle wis- en natuurkundige kennis ontbloot moet zijn.
De geschiedenis van de vorderingen in de kennis van het heelal is in den Kosmos ook met groote, maar juiste trekken geschetst, van de kinderlijke voorstelling der oude Oostersche volken en Homerus af en bij de Grieksche wijsgeeren en sterrekundigen; terwijl zij aantoont, hoezeer de denkbeelden hieromtrent achtereenvolgens bij Thales, Pythagoras, Philolaus, Plato, Eudoxus, Aristoteles, Aristarchus, Hipparchus, Ptolomeus zijn verruimd, juister en meer wetenschappelijk zijn geworden. Hoe dat reeds Philolaus, en misschien Plato, een duister begrip van het ware wereldstelsel, van de draaijing der aarde om hare as en hare beweging om de zon hadden, die door Aristarchus werden aangenomen, zonder echter veel bijval bij zijne tijdgenooten en de volgende geslachten te vinden. Bijna tweeduizend jaren bleef