| |
Laatste nalezing op het veld der almanakken-literatuur.
De eenige, ware, dégelijke almanak.
Meditatie over d'Erve C. Stichters Enkhuizer Almanak Tot Nut van 't Algemeen. 1854.
Ofschoon de uitgevers van den Enkhuizer Almanak overtuigd zijn van de vele moeite, besteed aan de zamenstelling van dien almanak, kunnen zij zich echter niet vleijen, dat hij zonder fouten zijn zal. Zij noodigen daarom beleefdelijk een' iegelijk, die belang stelt in volmaking, uit, bij ontdekking van misstellingen, daarvan welwillende opgave te doen aan....?....?.... den Tijdspiegel??!
Enkhuizer Almanak.
Rehabilitatie! - leuze des tijds, groot en rijk woord wonende op veler lippen, en telkens gehoord, waar de bankroetier of de schurk (diplomatische of letterkundige), weder wordt in ‘eere’ gesteld en op de beide beenen geholpen. - Rehabilitatie! - einddoel van de geschiedenis des men- | |
| |
schelijken geslachts, als de oorlog zal afgeschaft, de verkettering voor altijd gesupprimeerd, en de zonde zal zijn te niet gedaan. - Waarom na deze praemissen, of anders gezegd, ‘aangenomene voorwaarden,’ waarom zouden we de rehabilitatie van den Enkhuizer almanak niet op ons nemen, en hierdoor eene gaping aanvullen die, tot schande en schade onzer letterkundige wereld, zoo lang nog onvervuld bleef: - de opene klove, waarin een Curtius, in volle wapenrusting, zich nederstortte, naar den eisch van het orakel? - Al moest ons dit lot treffen, wij willen den Enkhuizer almanak rehabiliteren, in eer en waarde herstellen. - Ziet, en hoort, en bloost, Nederlanders! - men heeft de almanakken dezes jaars de revue laten passeren, - gelauwerd en gegeeseld, bewierookt en verworpen: - de prachtalmanakken, de volksalmanakken - de kleine vergulde, roode, groene, bruine keurbenden, de ‘legio fulminatrix,’ het bliksemend legioen onder de letterkundige ligte troepen - de eclaireurs voor het jagercorps van den jare 1854 - men heeft ze gemonsterd en bij het publiek aanbevolen - maar - de oude getrouwe Enkhuizer, het hand- en huisboek der 14000 leden die het algemeene nut schragen en uitmaken - deze, deze is vergeten - of met een verachtelijk stilzwijgen voorbij gegaan -! -!-
Zoo iets is nog minder te dulden dan de trouweloosheid van lord Palmerston, bij den afstand van België, of de ineensmelting van Polen in het reusachtig Rusland, of de alle regtzinnigheid verpletterende beroeping van Dr. Meijboom in de hoofdstad. - De Enkhuizer almanak moet - met nadruk te lezen - moet gerehabiliteerd!
Wij zijn en worden hoe langer zoo meer vrienden en voorstanders van het positive en de realiteit, van het praktische - ook in het maatschappelijk leven, ook in het christendom - alom het positive, de data, - en reeds daarom staat de oude Enkhuizer, aanwijzende ‘de kermissen, jaar-, paarden-, vee-, leermarkten,’ ‘benevens de watergetijden, verduisteringen, op- en ondergang der maan, enz.’ verre, verre boven al de welbekende en gerenommeerde pracht- en volksjaarboekjes, die juist het positive kenmerk - missen.
Onderzoekt slechts -: verhalen, ernstige of luimige - gedichten, waarvan sommigen even als de bedelaars, in lammen, en blinden, of kreupelen kunnen verdeeld worden, en even als zij om een penning aan den weg vragen. - Bijdragen uit de groote kleederkas der geschiedenis, waar men de poppen romantisch uitdost, en de marionnetten naar willekeur aan onzigtbare draden laat dansen en huppelen, en dat spel noemt -: geschiedkundige romans - of wat ge meer wilt en vindt in de prachtbanden - mensch! lezer! Nederlander! - durft ge al die nevelbeelden gelijk stellen met de positive, onloochenbare, axiomatische waarheden, welke u de doodeenvoudige, prozaïsche, eerlijke Enkhuizer voorstelt, - waarheden die niet falen? - Of vraag uw dienstmaagd, wanneer de groote wasch moet besteld en verzonden - zal zij dan naar de Aurora of Vergeet mij niet, of Holland grijpen? - verzegel uw brief naar Frankrijk, Spanje, Italië, Sardinië, - zult ge naar de jaarlijksche muzentaal van Ten Kate, Beets, of van den Bergh vragen, naar de verzen onzer volstrekt onsterfelijke dichters - of wel naar het onmisbare
| |
| |
tafel- huis- en handboek, zie rubriek: ‘Postkantoor’ -? En gij, kloeke en manhafte Nederlandsche zeeleeuwen, die gedurende het geheele jaar, vóór en na de vorst, onze binnenlandsche wateren en stroomen met uwe tjalken en schepen bevaart - is u de dagtafel der watergetijden niet tienduizendwerf meer waard, dan het aandoenlijkste verhaal vol burgerdeugd en zelfopoffering, of het prachtigste gedicht, dat ooit of immer op de gesatineerde bladzijden der Auroras of Hollands is gelezen, - of de meest kordate en knaphandige autodafés à petit feu, in de Katholieke of Protestantsche, zoo liefderijke en verdraagzame volksalmanakken? - Ziet daar den triomf van het positive! - Ziet daar de praktijk, welke den Enkhuizer een eikenkroon, met of zonder de ster, omhangt - ziet daar de realiteit, de waarde van den armen, verwaarloosden, onvergelijkelijken Enkhuizer, in zijn eerste deel: - even als in de Heilige Schrift, het Oude Verbond, - eene inleiding, eene voorbereiding op het tweede deel - het altijd nieuwe gedeelte, onder wettig voogdschap der maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen.
Wij gaan verder -: gedurende hoe vele dagen, en maanden vraagt gij, of uwe vrouw, of uwe volwassene kinderen, of uw logeergast, die, den hemel zij dank! weêr ergens naar toe - afzakt - naar wien vragen zij? - Immers, van Januarij tot December, altijd naar den ouden getrouwen almanak, om dáár, en dáár alleen de inlichtingen te vinden, om dáár de uren van het vertrek juist en naauwkeurig te zien opgegeven; om dáár, wegens de stoombooten en diligences die openbaringen te zoeken, welke zij zoo noodig hebben, en gij niet minder - en hoe lang en hoe dikwerf wordt er naar de pracht- en volksalmanakken gevraagd en gezocht - als ze eens gelezen, nog eens gelezen, overal uitgeleend, en tamelijk bepoeteld en bevlekt zijn teruggekomen - en op nonactiviteit achter op het boekenrek rusten en sluimeren? - ja, hoe lang duurt die begoocheling? - Ik beweer dat de aangebeden almanakken: de Aurora, Vergeet mij niet, Holland, en de geheele bent, omstreeks half Maart, of uiterlijk tot op den eersten April, nog bij afwisseling in werkelijke dienst zijn, maar dan - gedegradeerd, gecasseerd worden voor het front, en weldra, omstreeks October, door de opvolgers volstrekt verdrongen en geconfiskeerd - maar de eenige, de solide, de positive, de onmisbare Enkhuizer, hij komt, ja hij komt terug, van maand tot maand, even als uw schuldeischer, of uw geweten, of uwe zonde, of uwe hemorrhoïden, of uwe rheumas en uw humor - altijd weder - niet om u te plagen - maar om u te dienen, om u te gerieven, om u voor te lichten, - hij wandelt van de huiskamer naar den zolder, van den zolder naar de studeerkamer of het kantoor, dikwerf naar de keuken - hij verschijnt daar, even nederig als onmisbaar - waar uwe kostbare prachtbanden nooit, nooit, nooit verschijnen! - Als uwe goede, huiselijke vrouw of dochter u vraagt: ‘maar
vader, geef me eens spoedig den almanak - ik moet iets nazien’ - dan weet ge reeds welke almanak gevraagd wordt - niet de sierlijke, de trotsche, de paauw, het kind der weelde - neen, neen, bij uitnemendheid de almanak, - de huisvriendin, de positive, de waarheidlievende, de prozaïsche - even zoo als de ouden van de stad Rome bij voorkeur - urbs - de stad, plagten te zeggen - zoo wederom van ons
| |
| |
klein en onmisbaar huisorakel - maar - en hier wordt de regel bevestigd: dat alle menschelijke zaken, zelfs almanakken, niet volmaakt zijn - ééne groote grieve zijn wij verpligt zeer ernstig in het midden te brengen, - tegen de redactie van het eerste gedeelte, het physische, astronomische, hydrologische, burgerlijke gedeelte - want hoe diep wij overtuigd zijn van de voortreffelijkheid der mededeelingen, vooral ‘van de sterrekundige berekeningen door F. Kaiser’ - zoo blijft er nog één ondragelijk misbruik over, één residuum, nederplofsel uit de midden-eeuwen, ééne onzinnigheid, ééne dwaasheid, en onchristelijke volksbegoocheling - en daartegen verheffen wij luide en met magt de stem. - Lezers! verlichte, brave Nederlanders! kunt gij het nog dulden, dat zelfs in dit jaar 1854, waar de draagbare telegrafen zijn uitgevonden, de menschlievende revolvers-geweren in gebruik, en de diplomatie haar culminatiepunt bereikt - kunt ge nog dulden dat de Erve Stichters almanak met de aloude en ongepermitteerde weêrsvoorspellingen waagt op te treden? - Erve Stichters! professor Kaiser! uitgevers van den almanak! - hoofd- en onderbestuur der maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen! - wij interpelleren u tegenover gansch Nederland, om eindelijk deze onzinnigheid te verwerpen. - Weet, weet het dan, dat juist aan die onchristelijke en middeneeuwsche weêrsvoorspellingen, bij gelegenheid der maanskwartieren, is toe te schrijven dat zelfs kinderen, ja kinderen, - durven te zeggen -: de almanak, een leugenzak! - en die volstrekt ongegronde, en onbewezene, en horoskoopachtige voorspellingen, altoos, altijd juist nevens de Schriftuurteksten - de bepaalde Evangelies! - ‘de ongeloovige Thomas,’ nabij het ‘groeizaam weêr’ - ‘de goede Herder,’ met ‘goed weêr’ - ‘de groote
vischvangst van Petrus,’ met ‘onweêr en regen’ - ‘Niemand kan twee heeren dienen,’ met ‘warmte en regen’ - enz., enz. - Zult gij dan nooit den misstand gevoelen? - Of wie, o dwazen! verzekert u dat het van ‘5 tot 11 Mei, goed weêr,’ van ‘12 tot 18, warm zal zijn’ - van ‘19 tot 25, droogte en wind’ - van ‘26 Mei tot 3 Junij, regen?’ - Barbaren! is dat het middel, om volgens de oude sleur, of de lieve hemel weet waarom, aan de vooroordeelen der menschen den bodem in te slaan? Is dat het middel, om de valsche profeten dezer eeuw den mond te stoppen? Kunt gij het verantwoorden, om nog langer aan deze verderfelijke bedriegerijen, ten gunste van oude dames en grootmoeders snuifneuzen toe te geven? - Wij hopen dat eindelijk onze wakkere, treffelijke professor Kaiser, zich deze zaak zal aantrekken, en niet langer straffeloos dulden, dat zijne ‘sterrekundige berekeningen’ - door astrologisch volksbedrog worden ontsierd - ja ontzenuwd!-
Dixi!
Onchristelijk hebben wij dat bedrog genoemd, om den mensch te misleiden, die, volgens den Enkhuizer, op ‘goed en warm weêr’ bouwt - en regen en storm ondervindt - die op den vriendelijken dooi rekent, zoo vast als op de uitspraken der courantiers en recensenten - terwijl het steen en been vriest - ja, wij zullen zelfs eene hoogere autoriteit te hulp roepen, om de afschaffing van dit groote almanakken-misbruik - te constateren.-
Men vergelijke en oordeele:
| |
| |
Matth. VI:34. - (Vergelijk Jakob. V:7.)
Over het niet positive, het tweede, het algemeen-nuttige gedeelte van den waardigen kleinen, gelen volksvertegenwoordiger, die jaarlijks weder ingekozen wordt, kunnen wij korter zijn. - Hij behoort tot heden toe niet regtstreeks tot de ‘rooden’ of de ‘groenen,’ tot geene partij - hij behoort aan het volk, dat alle partijen in zich bevat of misschien geene partij kent, zoo lang er geene partijhoofden zijn. - Natuurkundige vertoogen over de wolken en den regen - waarbij het naïeve voorberigt zegt - naïf genoeg: ‘'t Moet toch een verbazende knappe kerel geweest zijn, die Don Antonio Magino.’ - Wie is deze? - Anecdotes, spreuken, vertellingen - prentverbeeldingen -: de beeldende kunsten vertegenwoordigd en zeker niet kwaad, - vervolgens de volkspoëzij, waar de Spiritus Asper - H - altijd als Spiritus Lenis verschijnt, en ons in den kinderlijken volkstoon voorneuriet en voorzingt, en uit het leven grijpt - en daardoor de volksmedewerkers - (H - kan het waarlijk niet helpen) - overstraalt - b.v. den assistent-resident, bij de losse dichtstukjes, no 1:
Nu is al weêr een jaar voorbij,
Dat nooit zich weêr laat kijken.
Ontegensprekelijke, onwrikbare - volks-waarheid! - en no 2:
'k Hijg weêr naar een veld met dauwe;
Naar een' hof met kleur
En geur;
Naar het tjilpend woudgeneur....
taalverrijking - zelfs in den Enkhuizer!
Verder de Muze Polyhymnia - ‘spricht nur die Seele ganz aus’ - als het volk maar de goedheid en vriendelijkheid gelieft te hebben om die stukjes te zingen, en er behoorlijk notitie van neemt te midden der platte, ellendige kermisdeuntjes van ‘Keesje’ en consorten. - - Waarom zouden de afgevaardigden, op de algemeene vergadering in de hoofdstad, niet somtijds eenigen dezer stukjes als koorzangen kunnen voordragen en uitvoeren, - na de rede en de bloedige debatten, en liefst vóór het broedermaal (om gewigtige redenen), - het echte apostolische liefdemaal, Tot Nut van 't Algemeen, in den Franschen tuin? - De natuurlijke historie, -: over het eten en drinken - zaken van het allergrootste, van een oneindig, onuitsprekelijk groot belang voor de menschheid, voor allen: leden, begunstigers, bestrijders, donateurs en donatrices van de maatschappij, zoo geweldig belangrijk, dat wij deze afdeeling met gouden letters zouden willen herdrukken, en allen ter dagelijksche lezing aanbevelen, allen, van den Czaar Nikolaas af, tot aan den Sultan, en keizer Napoleon ‘zijn goeden vriend’ van de hoofdbestuurders der maatschappij, tot aan de boden en dienende geesten der verschillende departementen, bovenal als ze wat mager en schraal zijn uitgevallen, en op eenig verhoogd honorarium in dezen duren tijd aanspraak maken, om behoorlijk met het bestuur en al de 14000 leden te kunnen blijven - ‘eten en drinken!’ - Moeders en vrouwen die jonge kinderen hebben, - en die zijn er genoeg, en er zullen nog altijd meerdere bijkomen, - vinden hier raadgevingen alsof een dokter die had gemaakt, maar tevens een warm en waar menschenvriend. - Eindelijk de korte kronijk - waarbij worde aangemerkt dat het zeer
| |
| |
goed is, dat ze niet lang maar kort is, en u de geschiedenis van het vaderland, zoo naar waarheid, zoo positief, zoo eenvoudig - niet rood of groen gekleurd - verhaalt, dat wij zouden wenschen om dit gedeelte onder de eerste rubriek opgenomen te zien. - Met één woord, het letterkundig deel van den onschatbaren bundel verdient - zoo als men zegt van knappe soldaten, doode burgemeesters, en ambtenaren, en schilders - en bekwame scholieren op de latijnsche school, en menschen die drenkelingen bij tijds hebben gered - (ook van allerlei boekwerken) - verdient: ‘loffelijke vermelding.’ - Hiermede gevoelen we ons hart merkelijk verligt - de rehabilitatie is begonnen - de oude schuld eindelijk aan den waarden, getrouwen Enkhuizer afgedaan - en de letterkunde vond een pleegkind meer, dat, bij alle goden! niet langer als een verworpen stiefkind mogt behandeld worden. - Zegt het voort!
Spiritus Asper en Lenis.
|
|