eenen nieuwen adelbrief voor haren vader had weten te verkrijgen, welke laatste oorspronkelijk tot den adel behoord had.
Dit alles wordt als een waarachtig verhaal ons nu in den ouden kronijkstijl medegedeeld op een toon en eene wijze, die al de kenmerken der waarheid draagt. Als gij den ouden Abraham Schweidler hoort verhalen, gij zoudt geen oogenblik in twijfel staan, of gij hebt hier den getrouwen afdruk van een handschrift uit het begin der zeventiende eeuw voor u. Dat omslagtige van den verhaaltrant, die soms roerende eenvoudigheid, dat vaste geloof en dat domme bijgeloof van de handelende personen, dat minutieus naauwkeurige der beschrijving, die getrouwe voorstelling van het heksenproces, die locale kleur, welke alles draagt, brengt u in den waan dat gij eene ware gebeurtenis leest. - En toch lezer, gij hebt een verdicht verhaal voor u. Aan het slot zegt de schrijver het u zelf! En met wat doel heeft hij het publiek zoo gemystificeerd? Hoort het. Hij is predikant. Het had hem lang gehinderd, dat men de bewijsgronden voor de echtheid of onechtheid van een of ander Bijbelboek, alleen uit de taalkundige uitdrukkingen trachtte te ontleenen, in plaats van die in de inwendige kenmerken der waarheid welke de Bijbelsche verhalen dragen te zoeken. Hij wilde dus zijne tijdgenooten overtuigen van de ijdelheid der woordkritiek, en schreef daarom een zuiver verdicht verhaal, maar omhangen met al het gewaad van historische waarheid, en gesteld in den ouden kronijkstijl om te bewijzen, hoe weinig taal en vorm van een geschrift op zichzelven een zekeren waarborg opleveren voor zijne echtheid, als die niet gesteund wordt door inwendige bewijzen der waarheid. Of dat oogmerk de studie waard is, die de schrijver aan dit verhaal besteed heeft, laten wij in het midden. Maar zeker is het dat hij volkomen geslaagd is om de wereld te foppen. De geleerdste mannen zijn in de val geloopen, die Meinhold had opengesteld. Langen tijd bleef de misleiding een geheim, totdat de koning van Pruissen, die eenige proeven van het verhaal gelezen had, hem verzocht zijne bronnen op te geven. Toen
kwam het aan het licht, en de schrijver bekende dat alles verdicht was, en dat er geen woord van waar was, dan dat er gedurende den dertigjarigen oorlog een Ambtman Appelman in Perdgla woonde, die door een ouden predikant in Coserow met drie woorden als zeer tiranniek wordt afgeschilderd.
't Is voor den lezer eene teleurstelling, maar dat is voor den schrijver de beste triomf. In allen gevalle, ook als verdichting, heeft het werk groote verdiensten. Het verhaal boeit, juist door den schijn der waarheid. En terwijl de Betooverde Wereld van onzen Bekker niet meer gelezen wordt, kan het zijn nut hebben, dat het bijgeloof vroeger gedreven met den satan, die in onzen tijd weder ijverige voorstanders en verdedigers vindt, in zijne verderfelijke strekking, worde gekend en ter waarschuwing ten toon gesteld. - In zoover hebbe dan ook uitgever en vertaler dank. - Den laatsten maken wij opmerkzaam op eenige fouten zoo als blz. 34 bescheren, voor geven of toeleggen, blz. 57 middagbrood voor middageten - middagmaal - en oppassen voor opwachten, blz. 59 disputeren voor zamenspraak houden - blz. 103 op eene knie vallen, voor knielen, blz. 166 ingetogen, voor strak, blz. 188 goeden roep, voor goeden naam - en