Van Koetsveld - ‘regtschapenheid’ toegekend - en aan den ander, den heer Meppen wordt immers welmeenend toegeroepen: welmeenende heer Meppen! - Wat den heer Loman betreft, zegt de Katholiek gaarne met den doorzigtige: ‘'t is de stem van billijkheid en het gevoel van regt.’ - Op deze wijze erkent onze tegenstander, behoudens enkele kattenpootjes (maar wij zijn niet zoo fijn en teêr van vel, om er zwaar en doodelijk door gewond te worden), dat er toch hier en daar in de Bisschopsmaand, wat ‘goeds en wat waars’ van den Protestantschen kansel is gehoord en verkondigd.
In de gegevene omstandigheden kan men, billijkerwijze, niet meer eischen of verwachten, - hier vinden we, na zoo menig honend, tergend en beleedigend woord, ons Protestanten toegevoegd - schier concessiën - en dat zegt veel.
De Katholiek in de Katholiek is dus niet geheel vreemd aan den geest en toon, welke in ons Tijdschrift bij voorkeur wordt gehoord. - Wat ons betreft: warme liefde voor de Protestantsche christelijke kerk, dorst naar waarheid en onvervreemdbare vrijheid, en heldere inzigten - gevestigde en geweldige afkeer van alle opzettelijke en kunstmatige gezochte en bereide geestelijke duisternis, zoowel in de Katholieke als Protestantsche kerk - dat is ons streven; - en daarvoor miskenning, verguizing, laster en verwerping en spot te dragen, - dat is onze eer. - Geen haat jegens den Katholieken broeder, die ons verstaan kan en verstaan wil, die edel en onpartijdig en zelfverloochenend genoeg is, om de misstellingen in zijne kerk te erkennen, en den zoeten maar zoo verderfelijken waan eener onfeilbaarheid van welken aard en bij wien ook, eindelijk ter zijde stelt. - Waarom zoude nevens het gewapende, immers zoowel bemande scheepje van Petrus, ook ons Protestantsch vaartuig, op denzelfden tijdstroom, niet gerust en vriendschappelijk kunnen voortzeilen, beide met het kruis, als eenparige nommervlag voorzien, zonder dat men elkaâr onophoudelijk, van bak- en stuurboord, de volle laag geeft, en zooveel gedruisch en geschreeuw en getier gemaakt wordt aan boord der beide schepen - dat men elkaâr over en weêr volstrekt niet meer verstaat?
Wij voor ons, meer of minder doorzigtig, wenschen, volgens den apostel Paulus, ‘met allen vrede te houden, zooveel en zoover wij kunnen’ (Rom. XII: 18.) - Wij hopen, dat onze Katholieke medebroeders denzelfden wensch koesteren, en onder Gods hulp, de entente cordiale, zelfs in de kolommen onzer tijdschriften, die helaas! wel eens strijdschriften moeten worden, blijve bestaan. - Wij vragen het ten slotte aan den Katholiek, of hij ook geneigd is, om ons algemeen adres mede te onderteekenen - (want daar tegen, dunkt mij, kan Rome of de Heilige Vader geen protest of bulle uitvaardigen) - als we nog eens promulgeren, en andermaal voor hemel en aarde bevestigen: ‘dat de Katholieken en Protestanten, wat ze er ook tegen inbrengen, toch zijn kinderen van één Hemelschen Vader, en één Christus aan het hoofd hebben, en allen, mutatis mutandis en solutis solvendis, bij veranderde tijdsomstandigheden - en betaalde schuld - (hier, om 's Hemels wil, nog eens vergeleken, Matth. hoofdst. XVIII: 23-35) - in denzelfden unisono-hemel worden verwacht.’
't Welk, alweder, doende enz.
Spiritus Asper en Lenis.