schijnselen - maar tot heden toe kunnen we het verkeerde en verderfelijke van die beschouwing, door ons eenvoudig medegedeeld, niet inzien - en zouden er nu wel wat voor geven, dat de mannen der wetenschap de zaak maar zoo hoog en ernstig niet hadden opgenomen - doch (nu zullen de vrienden, hopen wij, nog beter gediend worden, en ons niet meer zoo hard vallen), ons arme, onschuldige menschen, reeds in de ‘Region der Nebulae’ geworpen - in overijling verkeerende, verspreidende en voedende zulke gevaarlijke theorien - ons die de wetenschap op dien noodlottigen avond, met onze kwâ praktijk hebben - beleedigd - want - nu komt de biecht -: zeer zeker, mathematisch en werktuigkundig zeker is het, dat met die omineuse, zeer verdachte ‘blokjes mahonyhout’ - (we zouden het mogelijk met eiken- of palmhout ook hebben kunnen beproeven) ‘5 Ned. duimen breed - 6 à 8 duim lang en 12 à 14 strepen dik,’ op den kant van de tafel geplaatst (zie blz. 18) - de tafelbeweging en elke tafelbeweging,
ongetwijfeld zal mislukken of onmogelijk worden; want hoe onwetenschappelijk wij de zaak hebben aangegrepen - en de verderfelijke rigting van den tijdgeest hebben gevoed - dat is begrijpelijk, zelfs voor een kind: dat alsdan de blokjes, zoo ligt beweegbaar, dadelijk heen en weder zullen geschoven worden - en de tafel, zeer natuurlijk, volstrekt niet bewogen wordt en voor de kunst bedankt. - Indien deze proefneming met die looze en listige, met die jezuïetische ‘blokjes’ door ons genomen ware, zouden we zekerlijk geen de minste tafelbeweging hebben kunnen opmerken - en de heeren Logeman en Lubach zijn en blijven hier wederom, zoo als steeds, in hun volkomen regt. - Om kort te gaan - wij zijn vereerd en gestreeld geweest, dat men het der moeite waard heeft geacht, van onze eenvoudige, tegenwetenschappelijke, niets kwaads ‘voedende of verspreidende’ mededeeling in het Junijnommer, acte te nemen, en ons met raad, en wel zeer goeden raad, zie hier boven - te dienen - dat hadden wij eigenlijk niet verdiend, wij onverlaten, die zoo ‘verkeerd, verderfelijk,’ waren te werk gegaan - en nu, van achteren beschouwd (a posteriori), wel hadden mogen wenschen en bidden dat ons misdadig tafeltje even zoo stokstijf en bewegingloos ware gebleven, als alle verstandige tafels, die tegenover de twee welmeenende, humane heeren, meergemeld, niet wilden bewegen en onhandelbaar bleven. - Wij zullen, om in geene grootere ongelegenheden met de wetenschap, die wij zeer, zeer hoog achten, te komen, alle tafelbeweging voorzigtig laten rusten, en verzoeken alle wetenschappelijke mannen, ook de heeren Logeman en Lubach, om verschooning, dat we ons zoo ergerlijk ‘overijld’ hebben. - Maar dit bekennen wij, het allermerkwaardigst geschrift van den kundigen en wakkeren Dr. Lubach, over de ‘tafelbeweging en de
klopgeesten,’ hebben wij en velen met ons, met inwendige toejuiching gelezen, en zullen het alzoo aanbevelen, en zijn reeds voor de grootste helft bekeerd, en zullen misschien geheel ongeloovig worden - nu vooral, - waar een ander vlugschrift - (nader te beschouwen) - ons leert en overtuigt - dat niet slechts - de tafels stil staan - maar zelfs de aarde - ja, de aarde!! met alle tafels er op - ook stil staat! - Nu heete het nogmaals: ‘nous allons bon train.’
Spiritus Asper en Lenis.