hangertje plaatsen zou? Voor ditmaal zou ik geen gelegenheid hebben om eenig onaangenaam woord over die aanwakkerende mode te spreken, en over het gebrek aan harmonie tusschen vorm en inhoud, over strijd tusschen ligchaam en geest te klagen, en zeker, indien ik ingenomen kan zijn met zulk een vorm, dan is het met poëzij - en poëzij voor vrouwen bestemd.
Het boekske, waarvan hier sprake is, bevat een twintigtal gedichten, die alle op het leven der vrouw betrekking hebben, en het is echter niet het keurige linnen bandje alleen, wat deze stukken zamen houdt; zij behooren alle in hetzelfde snoer. De dichter heeft ze blijkbaar niet in éénen adem gemaakt, noch zich vooraf de onderwerpen opgegeven, die in geregelde orde zouden worden behandeld. Onderscheidene er van waren reeds in onze jaarboekjes en tijdschriften geplaatst, en ik begroet dus de verzen als producten van verschillenden datum, maar door den dichter zamengebragt toen hij een genoegzaam aantal in hetzelfde genre bijeen zag. Ik vond ze dan ook nu bij de uitgave naar eene zekere orde gerangschikt. Vrome Jeugd, Belijdenis des geloofs, Voorbereiding voor 't Avondmaal, Verborgen deugd, brengen u het beeld voor oogen van de jonge maagd, in de heiligste oogenblikken van haar leven, de maagd, die, godsdienstig opgevoed, de ziel vervuld heeft van de reinste godsdienstige aandoeningen en gezindheden, en Bij een graf leert gij tevreden zijn, ook waar gij hier haar mist. In Te licht, het Feest, Weldoen, de Bedelaar en de huiszittende Arme wordt u de Christin geteekend zoo als zij uit de school treedt in het leven, om het daar te toonen, dat de lessen, in hare kindschheid gepredikt, in een liefderijk gemoed geplant, niet vruchteloos zijn vernomen, terwijl in Vrouwen-vereenigingen het denkbeeld op den voorgrond treedt van den rijperen geest, dat geven niet altijd weldoen is, en dat waar men met goed gevolg de armoede zal bestrijden, niet reeds het uitreiken van giften, maar persoonlijke werkzaamheid ter opbeuring en veredeling van den gedrukten geest behoefte zijn. Het geloof, zoo als het in het lijden zich vertoont, vindt gij in 't Krankvertrek, waar u de kranke zoowel als de jeugdige pleegzuster zullen treffen. Voor echtgenooten is de Troosteres
geschreven; moeders zullen zich verkwikken aan Kinderen, Nonna, Moederweemoed, een Kind, Kinderlijke Voorbidding, en eindelijk Bennink Janssonius had reeds voldaan aan het verlangen der beroemde schrijfster van Uncle Tom's Cabin: ‘men heeft zoo menigmaal gesproken en gezongen van schoone jonge meisjes, waarom zal er niet iemand opstaan om dit de schoonheid der oude vrouwen te doen?’ De Profetes Anna en Blijde Grijsheid sluiten den bundel.
Verschillend is de wijze van bewerking. Nu eens verheft ze zich tot den toon van het liederdicht; dan weder wordt de toon aangeslagen van het godsdienstig lied, die u aan een Paul Gerhard herinnert; straks klinkt u het aandoenlijke der elegie in de ooren; en dan wederom huppelt het vers en een enkelen toon vangt gij op als het kraaijen en schateren van het kind, dat uwe mijmering plotseling komt storen; straks is het een enkel feit met weinig woorden in den eenvoudigen trant van romance of verhaal u medegedeeled
Wat in ons oog deze poëzij bijzonder kenmerkt, is, dat het poëzij is die niet alleen in deze dagen is geschreven, maar