op weg is om tot de volslagene afgoderij te vervallen; - want alles wordt bijna als bezield voorgesteld: - eerstelijk, volgens de dichters der heidenen, de natuur, - maar als ge nu hierbij leest van ‘bezielde oogen,’ ‘bezielde verzen,’ ‘bezielde lippen,’ ‘bezielde schilderstukken,’ ‘bezielde redevoeringen’ - en zoo al voort - dan raken wij met onze eigene en al die andere zielen in de war. Wij vragen alleenlijk waarom men niet meer spreekt van bezielde staatsmannen, bezielde wijsgeeren - of moet hier een ander en beter woord gevonden -? - Van eene andere zijde beschuldigen wij onze eeuw van het geloof aan de zielsverhuizing - een herbloeijend Pythagorianisme in dezen tijd, die zich een christelijke waant te zijn! - Neen! de vrek, de dichter, de orthodoxe, de verliefde, de eerzuchtige of eergierige, vinden hun levensbeginsel, hunne eigenlijke ziel -: in de brandkas - in den laatsten dichtbundel - in het formulier-stelsel - in den aardschen engel van vleesch en bloed - in der menschen lof en prijs - daarheen verhuizen, blijkens alle handelingen en gedragslijnen, reeds bij levenden lijve, der menschen zielen; - in den meer naauwen Pythagorischen zin - gaat welligt de ziel van dezen en genen (mannen en vrouwen) in harddravende paarden, groote, kostbare, langharige honden, schoothondjes, zelfs kanarievogeltjes, over. - Men zij dus omzigtig om over de zielen der tijdgenooten te spreken, alsof ze werkelijk altijd in de respectieve ligchamen wonen - 't is hier meermalen louter schijn en bedrog - somtijds leeft de eene mensch factisch en onbetwistbaar in anderen - en de ziel gaat vice versâ zoo als de stoomwagens, b.v. in het huwelijk, waar de vrouw de ziel des echtgenoots gewoonlijk aanneemt, en regeert, bestuurt, berekent, betaalt, bestelt, bedisselt - terwijl der vrouwen ziel zoolang, om het huis niet ledig te laten, bij den echtgenoot logeert - in alle onderworpenheid en
toegevendheid.- Niet anders gaat de ziel van menig vorst in zijne ministers van buiten- of binnen - landsche zaken over, bij openbare zittingen, discussiën of kamer-geregten - en evenzoo de ziel van dezen of genen minister in zijn secretaris of referendaris, en verdwijnt weder uit het secundair of loco-ligchaam, als de minister op audientie of in ministeriële betrekking verschijnt. - Over het wezen der ziel zullen we u naar de wijsgeeren, minder veilig naar de geneesheeren, het allerminst naar de zielverkoopers (b.v. de woekeraars, huisheeren, en met pestbuilen overdekte romanschrijvers -) verwijzen. Dwaze en onzinnige spreekwijzen, zoo als: - ‘het geld is de ziel van alle zaken’ - ‘met de ziel onder den arm loopen,’ met den duivel om een zieltje dobbelen’ - verwerpen wij met stille verontwaardiging, en laten alles aan de zielen onzer lezers over.
zilver - als edel metaal, en vertegenwoordiger der waarde, als zoodanig - (hier het oude versleten ‘Dingansich’ van vader Kant) - behoort onder de levenselementen, maar vermindert dagelijks ook aan eigenlijke - problematische - waarde, - door den concurrent uit Californië, Australië enz. - Het zilver gaat dus, tegen den tijd in, terug, en kan alleen door staatkundig en maatschappelijk gezag, als repraesentant blijven. - Het is intusschen vertroostend dat de dichters, en zilversmeden, en bijoutiers het edel metaal handhaven, ieder op zijne wijze -: zilveren feesten, zilveren haren - zilveren harten - zilveren sterren en manen - blijven,