beveling van den man, wiens naam boven deze regelen vermeld staat, kwam het mij in handen en zeer zou het mij verheugen, indien deze mijne aanprijzing er iets toe mogt bijdragen, om menig huisvader het werkje, dat zoo rijken schat van levenswijsheid bevat, voor zijn gezin te doen aankoopen. Navolger van den edelen Hartman noemt zich Ernst Mahner. Uit dien naam wil hij echter, en met regt, niet hebben afgeleid, dat hij blootelijk een slaafsche verkondiger zijner leerstellingen wezen zou. Neen, de man, die in Hartmans voetstappen getreden is, mag in meer dan één opzigt op oorspronkelijkheid aanspraak maken, en verdient, naar mij voorkomt, in onze schatting eene nog hoogere plaats dan zijn voorganger. Hij toch meende niet genoeg te
doen met uit eene stille, afgezonderde, rustige studeercel een geschreven woord te doen uitgaan, eene hoogere bezieling dreef hem met het stelsel, waaraan hij een goddelijk beginsel had ten grondslag gelegd, en dat hij tot nog meer volkomen eenheid en eenstemmigheid had gebragt, in het midden zijns volks op te treden, om daar met levende stem en heenwijzende op eigen voorbeeld en ervaring voor de ontdekte waarheid hunne harten te winnen. Hartman's woord, dus hoorde ik eens hem zeggen, heeft niet dien invloed gehad, dien het verdiende, misschien ook omdat het pleit, waarvoor hij sprak en ijverde, hem nog te veel eene zaak des verstands was, - zaak des harten, ging hij voort, zaak des levens moet zij worden, dan alleen is het mogelijk voor haar voorstanders te winnen. En blijkbaar was de gezondheidsleer den man, die zoo sprak, eene zaak des harten, welke zoozeer zijne gedachten en wenschen had ingenomen, dat zijn bezield gemoed hem niet toeliet zijnen invloed alleen tot de grenzen van zijn vaderland te bepalen. Misschien heeft hij in ons midden bij oppervlakkige beoordeelaars van zijn uitwendig voorkomen meer bevreemding en nieuwsgierigheid dan wel belangstelling gewekt, wie echter met opmerkzamer blik zijn helder blaauw vriendelijk oog en de edele trekken van zijn minzaam gelaat gadesloeg, vermoedde reeds onder het niet door wereldsche pracht schitterend uiterlijk eene voor waarheid, liefde en godvrucht gloeijende ziel. Zoo ook is hij gebleken aan allen, die uit edeler beginsel dan eene voorbijgaande nieuwsgierigheid zijne vrije toespraken hebben gevolgd. Een diep, helder en stellig Christelijk geloof was blijkbaar veelmeer dan bij Hartman drijfveer van Mahners spreken en handelen. Het bewustzijn, het ligchaam is een tempel des Heiligen Geestes, gaf immer den grondtoon aan in al zijne beschouwingen. Dat warm geloof maakte hem tot een waar krijgsknecht voor de zaak des Christendoms, in zooverre het hem dreef om met biddenden ernst zijne natuurgenooten toe te
roepen: beschouwt en behandelt toch uw ligchaam als het schoonste kunststuk van Gods vingeren, en verlaagt niet uw leven tot een spel, om dagelijks op nieuw te beproeven, hoeverre gij zonder oogenblikkelijke schade gaan kunt in het toegeven aan dierlijke zinnelijkheid en hartstogt. Binnen in u gaf God u een leidsman uit den hemel, om uwen voet te leiden op het pad van gezondheid en waarachtige levensvreugde. Hoort hem, maar vergenoegt u niet met alleen het ligchaam gezond en krachtig te bewaren, gij zijt van Gods geslacht, maakt daarom ook de verkregene krachten dienstbaar, om het vleesch en zijne lusten alzoo te onderwerpen aan den geest, dat het in waarheid gekruist mag hceten en Gods Hei-