Splinters.
Wat werd er al in den laatsten tijd in Frankrijk niet op het tooneel gebragt, zoowel binnen de wanden van den schouwburg, als op dat des maatschappelijken en burgerlijken levens! Men aanschouwde er den wandelenden Jood, dien de schrijvers en dichters nog altijd laten wandelen; men hoorde er bij eene profane voorstelling van het laatste oordeel als uitverkorenen oproepen: Socrates, Marcus Aurelius, Washington, Napoleon, en eindelijk ook aan Ahasuerus genade toekennen! - Zeer onlangs woonde een talrijk publiek in sommige Parijsche theaters de herhaalde voorstelling bij van een drama, getiteld: La dame aux camélias, waarin onder anderen voorkomt: De onschuld van de vrouw behoort aan hare eerste liefde, en geenszins aan haar eersten minnaar. - Een weinig liefde hergeeft eener vrouw hare verloren kuischheid, enz. enz. Voorzeker, indien het tooneel te Parijs eene school der zeden zal worden, bestaat er eene dringende behoefte aan naauwlettende en gestrenge censuur.
Dat er een groot onderscheid is tusschen Godgeleerdheid en godsdienst, grooter nog tusschen Godgeleerdheid en Christelijk geloof, hebben Strausz en de mannen der Tubinger school voor lang in Duitschland gestaafd. Ook ons vaderland kan het helaas! getuigen, en 't werd te midden van zoo menigen wanklank op verschillend gebied in Nederland met verbazing... neen! met verontwaardiging vernomen, hoe een theologiae doctor sprak: ‘over het kerkelijk wezen, dat men God noemt.’ Velen, en wij vertrouwen, ook de lezers van den Tijdspiegel, voor zoover zij dien wanklank opvingen, zullen daarbij gedacht hebben aan Hand. der Apost. XXVI: 24b, en het woord van Festus in den meest eigenlijken zin toegepast: ‘de groote geleerdheid brengt u tot razernij.’