zich niet ontlauweren, - daarvoor moeten welmeenende en opregte vrienden, die niet ten allen tijde met de wierookvaten gereed staan, hem trachten te bewaren. - Hij moet op de eens ingeslagen baan voorwaarts, en niet teruggaan; aan dit onheil staat wederom ieder bloot, die mensch - kunstenaar - dichter is. - De grieven, die wij met bescheidenheid tegen den bekwamen landgenoot openbaren, en die door dezen harptoon op nieuw zijn uitgelokt, bestaan vooral hierin: - dat de dichter in zijne stukken de eenheid, den zamenhang der bewerkte stof, meestal uit het oog verliest, - dat hij zich van volstrekt valsche, onjuiste en overdrevene beelden bedient; dat hij zich door het geklank der eindrijmen laat wegslepen, en daardoor gedachten en voorstellingen ruimte geeft, die den toets van waarheid en kunstzin niet kunnen doorstaan, en die hijzelf niet kan goedkeuren. Wij weten het zeer goed, de meeste lyrische dichters zijn hier gestruikeld, - Horatius waarschuwde reeds voor de vleugels van Pindarus, - de gloed, de warmte, de ongewone verheffing van den oden-dichter brengt hem verder en hooger dan hij wil en wenscht, - daarom moet hij hier zijne krachten beproeven, en den ouden kunstregel - saepe stylum vertas - in eere houden.
Het beroemde tafereel van Ary Scheffer - Christus de Vergelder - ontlokte aan den dichter eenen harptoon - eene poëtische omschrijving, een gevoelszucht opgewekt door de levendige voorstelling van het tafereel en van het laatste oordeel: eene apocalyptische omwerking van het gerigt, waartoe de schilder den weg baande, - de dichter was door het tafereel diep aangegrepen - hij grijpt de harp en zingt:
Te middernacht komt de Vergelder, hij zal het oordeel uitspreken, de groote en gewigtige ure is aangebroken.
De voorzegging wordt vervuld, de dooden verrijzen, allen verschijnen, het woord der splitsing klinkt. - De groepeering wordt meer geanalyseerd: de held, de oproerstoker, de ongeloovige, de huichelaar, de vrek, de wellusteling, allen kort geschetst, - de hel bevolkt.
Andermaal, andere verschijning: hier treden de verschillende beelden van het schilderstuk, in het dichterlijk leven geroepen, te voorschijn: Magdalena, de verloren zoon, Paulus, de leeraren, profeten enz., later de weldadigen, de pelgrims, de moeders, de kinderen, met een terugblik op de herborene aarde sluit het gedicht - in den echten toon der hymne.
Bij de bewerking van zulk een onderwerp is een kwistige beeldentooi te verwachten, vooral van den dichter Ten Kate. - Indien hij nu slechts de eenvoudige, de krachtige, de ophelderende beelden en vergelijkingen hadde gekozen, en niet telkens aan de speling van een valsch vernuft toegegeven, of zich onophoudelijk met de hyperbel had beholpen! - daardoor verliest deze poëtisch-plastische proeve zeer veel aan waarde voor den kalmen lezer, die, buiten het geklank van het rijm, naar verhevene, aangrijpende gedachten zoekt, en zich hier tamelijk teleurgesteld vindt. - Wij zullen onze grieven staven, door de bloote aanhaling der allezins poëtische ongeoorloofde spreekwijzen:
De donder en de nachtegalen - beide zuchten?
Het Zoenbloed, is opgedroogd.
Christus worstelt van de krib naar het