Letterkunde
Reizen.
Reizen, en omzwervingen door het Oosten, door E.C. Döbel. Twee deelen, in een band. J.C. van Resteren. 1851.
Het Oosten gaf en geeft aan het Westen meer, dan het Westen aan het Oosten, en onder die tallooze geschenken en donatiën, ook reisbeschrijvingen, waarvan ge eene juiste opgave kunt vinden in een der laatste, welligt de laatste reisbeschrijving, door den bekenden, nu reeds zacht rustenden, verdienstelijken landgenoot van Senden. Er ligt in het Oosten voor den Westerling eene magnetische kracht; 't is of wij allen in ons koud, vochtig, mistig klimaat, onder die bedaarde, nadenkende menschen, die noordwestwaarts wonen, een zeker oud en geheiligd regt hebben op het warme Oosten. Immers alle geleerden, gevoeligen, en vromen, zijn hier contre coeur vrijmetselaren, die blik en hart wenden naar dat ‘groot-Oosten,’ van waar de beschaving, het Christendom, de oudheden, de specerijen, de koloniale baten, de echte shawls, de echte tapijten komen, waar de romantische fantazij uit den tijd der kruistogten manden vol schrikwekkende vertelsels heeft afgeleverd - onversaagde kruisvaarders, vreesselijke muzelmannen, Turksche schoenen, Christelijke deugnieten - met één woord: van Lamartine's ‘Indrukselen’ af tot op des wakkeren van Senden's helaas! half-Oosten, werpt ieder gaarne den blik daarheen, en in zoo verre zijn alle eenigzins beschaafde Europeanen - I met het boek in de hand - Oosterlingen geworden. - Deze opmerking is voldoende, om het reeds eenigzins bekende reisverhaal van Döbel hier als met den vinger aan te wijzen. Gij kunt des verkiezende den Duitschen ‘Handwerksbursch’ vergezellen op zijne togten naar Wallachye - Moldavië - Konstantinopel - Adrianopel - Smyrna - Alexandrië - Sinaï - Egypte - Palestina - Jeruzalem en zoo weder terug. - Meer vindt ge hier dan geleerde, en daarom eenigzins dorre, plaatsbeschrijving; meer dan een plundertogt naar vroegere geleerde schrijvers, met een zwaren legertros van noten en aanhalingen; - een zeer onderhoudend,
naïef verhaal van reisavonturen - echte Germaansche ‘Abentheuer’ waarmede op ongekunstelde wijze land, stad, mensch, dier, gewoon te en gebruik, wordt voorgesteld, zoo als de heer Döbel (een patente wagenmaker) alles met zijne beide eigene oogen heeft gezien, en met zijne eigene vingers opgeteekend heeft. Wij gelooven derhalve, dat die omzwervingen ‘Streifzüge’ over het algemeen de waarheid behelzen, en er voor eene reize door het Oosten betrekkelijk zeer weinig leugentjes in te vinden