sommigen dit levendig erkennen en gevoelen, weten we, en zien we zeer duidelijk, waar het vrij of minder vrij godsdienstig onderwijs de twistappel is geworden, waarmede zelfs de Staat en zijne organen (sprekende en schrijvende) zich ernstig bemoeit. Handleidingen, handwijzers voor het godsdienstig onderwijs, zijn er dan ook in groot getal; de nieuwere verdringen - zoo als bij de mode in de kleederdragt - de oudere, - de bibliographie der grootere of kleinere katechizeerboeken is reeds zeer uitgebreid - ook hier verschil van vorm en stof. - Onder die eigenaardige en merkwaardige handleidingen, vriendelijke gidsen voor den onderwijzer of prediker, die minder zelfstandig van nature zijn, mogen wij het boeksken des bekwamen, bij ons welbekenden Zwitserschen hoogleeraars niet voorbijgaan. Als een zeer fatsoenlijk, geleerd en hoogst beschaafd man, die op eenmaal tusschen burgerlieden optreedt, verschijnt dit handboekje nevens de gedrukte confraters in het vak; hij spreekt de taal der theologen, werpt er nu en dan een paar Grieksche of Latijnsche woorden onder, en haalt meermalen de Fransche en Duitsche godgeleerde bels en bons esprits (Pascal, Herder, Haman) aan. Dat is niet gewoon in een katechizeerboek: naar het oordeel van velen, al te fashionabel, al te modern, ja, wij zouden deze handleiding reeds veroordeelen, als te veel aanbiedende voor de beschaafde, te weinig voor de geleerde, de studerende jeugd, - eene populaire, zaamgedrongene dogmatika, met bellettristisch vernis. - Zekerlijk, de bestaande katechismussen en leerboekjes zijn van geheel anderen aard, dan dit professoraal werk, waarin de geleerde man, de smaakvolle bewerker der godgeleerdheid zich niet verloochent; - maar als ge het bepaalde doel, voor ‘gymnasiën’ in het oog houdt, kan dit handboek uitstekende diensten bewijzen; ja, voor meer ontwikkelde jongelingen, die tot de ‘studie’ opgeleid worden, zoude deze eigenaardige
leiding, als een privaat leesboek, ongemeen nuttig kunnen gelezen en herlezen worden. Professor Hagenbach staat op de hoogte van zijnen tijd, - in korte schetsen, wel wat zeer zaamgedrongen, worden de godsdienst, de openbaring, de Heilige Schrift (boek voor boek, zelfs antiquarisch-kritisch, behandeld), de Kerk en hare belijdenis, de Christelijke geloofs- en zedeleer, de leer van God, de leer van den mensch, de leer van Christus en zijn heil, de heilsorde, de verwachting en beloften des Christendoms. Als ge nu nog altijd het ideaal of niet ideaal van de u bekende leerboeken hier voor den geest hebt, en u verbeeldt dat al deze stukken hier afgehandeld worden, in vraag en antwoord, telkens met de bewijsplaatsen voorzien, en daarmede - basta! - vergist ge u in allen deele. - Deze handleiding is professoraal: telkens een paragraaf, waarin het hoofd- of grondbegrip wordt aangewezen, meestal taal- en oudheidkundig, dan volgen, genommerd, de ophelderingen en toelichtingen, die inderdaad een schat, een rijken schat van wetenswaardige zaken bevatten, aanhalingen uit oude en nieuwe en zeer nieuwe schrijvers, puntige, kernachtige gezegden, schoone beelden, waardoor de beschaafde jongeling, die op meer wetenschappelijken bodem staat, buiten twijfel grootelijks wordt aangetrokken, - en daarom is dit allerbelangrijkst handboek voor hen, die op een hooger standpunt staan van beschouwing, zeer aanbevelenswaardig. - De hoogleeraar verzwijgt de kritische moeijelijkheden niet, somtijds gaat hij