A. van der Hoop Jrs zoon, twaalf daguerreotypen
Een presentje voor uwe bruid, of uwe nicht of dochter, die het vrijen in het hoofd heeft; een echt lief ‘honnig, beelderig, poeterig’ boekje, zooals de juffers zeggen, en hoe prettig gerijmd! hoe natuurlijk, en hoe aardig, en hoe grappig, en hoe gemoedelijk telkens aan het einde der Daguerren; - 't is om te stelen, te zoenen, - nu in dien tijd van zoenen behoort het ook: - als ge het maar niet voorleest aan oude katechizeermeesters, aan leden der Eerste of Tweede Kamer, als ze naar de sectiën gaan, en ook niet aan oude tantes met brillen en snuifneuzen; - maar 't is toch mogelijk, dat laatstgenoemden er toch schik in hadden, als ze denken aan den ouden en goeden tijd, of aan die dagen, toen ze nog bekoorlijk waren. - De heer van der Hoop, - de naam klinkt altijd goed en schoon, - 't is hier de firma: vader en zoon van der Hoop - heeft de anakreontische lier, voor onzen tijd, zeer goed weten te besnaren. Hij schetst, en schildert, en dartelt, en wordt onder de hand weemoedig en ernstig, of plaagt en joolt, - Vrijen, Trouwen, Reizen, de Kraamkamer (de Tijdspiegel deelde reeds eene scène mede), Veel kinderen, Geen kinderen, Visschen, Studentje spelen, Promoveren, en - - maar hier maakt onze beste dichter een salto mortale - en gaat van het promoveren, dadelijk - zonder ons voor te bereiden, of ons den schrik te benemen - op het begraven over, - dat is onmenschelijk en onbegrijpelijk, en gevaarlijk voor de zenuwen. - Heeft dan niemand der juffers of dames, die het handschrift hebben gezien, hem daarvoor gewaarschuwd? - Neen, dat gaat niet; nog met den glimlach op het gelaat bij het inmaken, vol van de pret der promotie, - zoo één, twee drie bij de doodkist, - dat is te wreed, te onhandig, te kannibaalsch. - Wij verzoeken dus den heer van der Hoop, om ons hier de ontbrekende daguerreotypen spoedig te geven, - b.v. het ambt, de man,
de vrouw, de titels, de zilveren, de gouden bruiloft, de ouderdom, het sterfbed en zoo al voort; - dat is zijn pligt, hij moet hier de zonde weder goed maken; - de heer van der Hoop heeft een' excellenten voorganger gekozen, - wij bedoelen den heer van Zeggelen, - wij willen hier juist niet de woorden nabootsen, nazingen bezigen,