vlak tusschen de pooten van den leeuw te kraaijen. De leeuw, gelijk ge ziet, hoewel anders een vleeschvretend dier, knabbelt nu aan een korst brood gebakken van Freetrade koren, en de haan pikt hem de kruimels uit den bek, die de leeuw hem niet misgunt, nu hij zulk een overvloed heeft dat hij wel wat missen kan.
Niet ver van dat broederlijke paar ziet gij den Russischen beer, waarvan de fabel zegt dat hij geene ingewanden heeft, waarmede men de gruwzaamheid van zijnen aard wilde aanduiden. Maar men ziet nu wel dat dit maar laster is, zoowel aan zijn vriendelijk uitzigt als aan zijn smaak voor plum-pudding, en er is geen twijfel aan of hij heeft aan die verandering van zijn voeder de merkwaardige verbetering van zijn humeur te danken.
Vlak bij den Russischen beer, ziet gij de Pruissische en de Oostenrijksche arenden, die trekkebekken als een paar duifjes, en naar alle gedachten zouden zij ook wel willen kirren, maar dat kunnen zij niet doen, omdat er hun iets in de luchtpijp hapert.
Hier ziet gij een Londenschen dashond, en dat beest vlak onder zijn neus is een Hanoveraansche rat. Daar hebt ge een prachtigen Spaanschen stier, die hier beter op zijn gemak is, dan hij te Madrid in het amphitheater zou zijn. En daar verder op hebt ge een Roomschen Bul, en vlak bij hem liggen twee Engelsclie Bulhonden te slapen. Die beesten hebben nu vrede met elkaâr, maar de Bul mag toch wel oppassen, dat hij zijne kameraads niet wakker maakt.
Aan de regterhand ziet ge een Bengaalschen tijger, die zijne wildheid zoo ver heeft afgeleerd, dat hij haasjeover speelt met een Zwitsersche gems. En aan de linkerhand ziet ge hoe de Indische olifant zich vermaakt met het Chinesche varkentje pepernoten te voeren. Die groote zwarte vogel daar is de Deensche raaf, die den Turkschen kalkoen onder zijne vlerken heeft genomen.
Dat gezelschapje, dat daar zoo vriendschappelijk bij elkander zit, bestaat uit den rhinoceros en hippopotamus van Afrika, den Egyptischen krokodil, den alligator uit de nieuwe wereld, enden kangaroe uit de nog nieuwere wereld. Zoover men zien kan zitten zij op hunne manier met elkander te praten, en er is niet aan te twijfelen, of zij verstaan elkander uitmuntend.
Oostwaarts geheel omhoog ziet gij een reusachtigen roofvogel, namelijk den vermaarden, kaalkoppigen Amerikaanschen arend, met een zak meel in zijne pooten en een olijftak in zijn bek, zinnebeelden allebei van den vrede en den overvloed, die onder de leden van deze Gelukkige Familie heerschen. Kom maar op heer en dame, het kost maar een schelling voor burgers en boeren, een halve kroon voor die op zijn gemak wil wezen, en vijf schellingen voor de groote lui.