weleer schier in elk huisgezin, nevens den huisbijbel, een exemplaar der gedichten van Vader Cats werd gevonden, zoo bestaat er thans, voorzeker, geene familie waarbij de verzen van Tollens niet op hoogen prijs worden gesteld.
Die bijzondere ingenomenheid ontstaat, voor een deel, uit de gelukkige keuze der door hem behandelde onderwerpen; maar zij wordt vooral gewekt door de natuurlijke, eenvoudige, en voor elk verstaanbare wijze, waarop hij de edelste denkbeelden en gevoelens in een dichterlijk gewaad weet te kleeden. Doorgaans ontleent hij de schets voor zijn tafereel uit het schoone der natuur, het huiselijk leven, de aandoeningen van het menschelijk hart, de geschiedenis des vaderlands, en het onbegrensd gebied van waarheid en deugd, zedelijkheid en godsvrucht; in één woord: uit al wat schoon, rein, liefelijk en welluidend is. En de wijze waarop hij zijne tafereelen uitwerkt is zoo ongekunsteld, zoo geheel overeenkomstig met den aard des onderwerps, zoo waar en zoo duidelijk, zoo juist en treffend, dat het lied, door hem met onbeklemde borst aangeheven, een gereeden toegang en weerklank vindt in harten, die al wat waar, goeden schoon is, op prijs stellen en beminnen.
Teregt mag Nederland, gedurende de laatste zeventig jaren, roem dragen op uitmuntende dichters, wier voortbrengselen, ware onze schoone en rijke moedertaal in het buitenland niet zoo onbekend, door geheel Europa bewonderd zouden worden; maar, zonder iemands verdiensten of roem te willen verkleinen, verklaren wij, openhartig en naar waarheid, niet één van die allen heeft zóó algemeen en zóó duurzaam den bijval der geheele natie verworven, als de zanger van het Volkslied en van Nova Zembla.
En de plaats der eere, waarop wij hem aanschouwen, zij werd niet door hem ingenomen. Neen, zij is hem door eene geheel vrije volkskeuze aangewezen, omdat het voor onze landgenooten een behoefte was hem als hunnen meestgeliefden dichter te vereeren en bestendig een hoogen prijs te stellen op de poëtische voortbrengselen van hem, die de gelukkige gave bezit, om uit het hart tot het hart te spreken en den regten toon te vatten, die altijd welkom is aan elk welgesteld gemoed.
Hoe dikwerf heeft de natie van hare bijzondere ingenomenheid met de poëzij van Tollens blijk gegeven. Tot hiertoe echter bleef de behoefte onvervuld, om dit op eene bijzondere en eigenaardige wijze aan den dag te leggen. Dit was, trouwens, ook moeijelijk; immers werd daartoe niet telken dage eene gepaste gelegenheid aangeboden. Thans deed zich deze, op eene geheel ongezochte wijze, voor, bij het naderen van den zeventigsten jaardag des vereerden mans. Op een zoo gedenkwaardig tijdstip behoorde aan hem een waardig bewijs van hoogachting en dankbaarheid te worden aangeboden.
Maar welk bewijs van eerbetoon te kiezen, bestemd tot een blijk van hulde aan de algemeen erkende verdiensten van den evenzeer beroemden, als hoogstbescheiden en nederigen zanger? Waartoe de keuze bepaald, met het denkbeeld voor oogen, dat die keuze der natie tot eere zou mogen verstrekken?
Giften en gaven, in goud of zilver?... Maar wie denkt er aan, om de stoffelijke waardij der edele metalen in verhouding te willen brengen met de onwaardeerbare schatten van het dichterlijk genie? Wie zou het durven wagen van eene erkentenis tespreken, eeniglijk zigtbaar in den glans van blinkend zilver en goud? Neen, geen