Het dwergen-proces.
Op een klein hoekje in den Tijdspiegel mogen deze kleine heerschappen wel aanspraak maken, niet als menschelijke monstertjes, want als zoodanig behooren zij juist niet onder de verschijnselen van onzen tijd, maar als staaltjes van onzen tijdgeest, die ook in hunne nietige ligchaampjes huist. De twee miniatuur menschjes zijn op het punt om aan het vechten te raken (voor de regtbank namelijk en met pleidooijen) en dat wel om een woord, een naam, dien zij zich beide uitsluitend willen toeeigenen. Het is hier niet om den naam van orthodox, of liberaal, of zoo iets te doen, daarover kijft men wel, maar pleit men juist niet, maar eenvoudig om den naam van Colibri - twee Colibri's op de wereld is te veel; zij kunnen onmogelijk dezelfde lucht inademen. Een van die twee heertjes is onze landgenoot - schoon wij daarop wel niet trotsch zullen zijn - en verkiest zich Admiraal Tromp te noemen, maar eigenlijk heet hij Jan Hannema. Aan die twee namen moest hij toch genoeg hebben, zou men denken. Toch niet; op een Parijsch theater heeft hij voor Prins Colibri gespeeld, en een Prins Colibri is altijd Prins Colibri. Maar zie, terwijl hij nog te Parijs is, en zijn best doet - of wel zijne oppassers doen het voor hem, want het manneke is pas elf jaar - om onder al dat gewoel van soc's en aristo's en reac's eenige aandacht te trekken, treedt er nog een prins Colibri op met eene prinses Colibri er bij, en dreigt met eene concurrentie. Hunne kleinheid kunnen de kleine mannekes elkander niet afnemen of betwisten, en indien zij verschillen zal het om een paar duim te doen zijn; maar om den naam kunnen zij vechten; en eerlang gewaagt de pleitzaal, als zij het reeds niet doet, van het grievend onregt onzen landgenoot aangedaan, door den vermetelen roover van een zijner namen. Vol nationale sympathie, zelfs voor landgenootjes van 7 palm en 2 duim, kunnen wij ons toch niet zeer voor dezen landgenoot interesseren en zouden hem bijna het verlies van zijn proces toewenschen, tot straf dat
hij den geachten naam van Admiraal Tromp tot een uithangbord van apenpotsen gebruikt. Zoowel die naam als het zotte proces, dat voor hem aangevangen wordt, zijn staaltjes van de middelen, die in onzen tijd met steeds toenemende stoutheid, onbeschaamdheid en belagchelijkheid worden aangewend om voordeelshalve de aandacht van het publiek te trekken; zij behooren onder de varianten van den bluf, en schoon wij onzen tijdgeest geen onverdiend lak willen opleggen, het bluffen en lawaai maken is een leelijk aanwendsel van hem. En hiermede nemen wij afscheid van Jan Hannema, met den wensch, dat hij, als hem de titel van Prins Colibri word toegewezen, den geëerden naam van Admiraal Tromp in eere late rusten.